Donderdag 4 Mei
- Vanochtend was 't net zulk weer als 10 Mei 1940, helder en warm. Vreemd doet zo'n grote gelijkenis aan. De Latijnse repetitie heb ik geloof ik wel goed gemaakt. In de pauze zagen we een paar escaders Engelse vliegtuigen in de verte. Boven ons hoofd waren ze ook wel maar door de wolken zagen wij ze niet. Het tekenuur was wel leuk. De Engelsen vlogen nog een poos maar er kwam geen luchtalarm. De Griekse les was, zoals altijd Donderdags stomvervelend. Thuis vertelde ik aan mama dat er al mensen in de stad aan 't wandelen waren van de stedenschoontocht, uitgeschreven door de ANWB. Mama dacht nu notabene dat ik ook mee zou gaan en dat ik daarvoor vrij had gevraagd aan Dini en ik had haar nog wel zo duidelijk gezegd dat 't voor een excursie met Sprokkelaar was. Ik vond 't ontzettend naar dat mama nou helemaal niets meer wist wat ik zou doen. Ze interesseert zich er zeker niet voor. Ik kwam helemaal in een naar humeur. Bovendien merkte ik dat in de tuin van een leuk seringenplantje dat ik zo goed verzorgd had beide toppen geknakt waren. Natuurlijk hebben Bartje en z'n vriendjes dat gedaan. Eén top was nog tamelijk goed. Die heb ik gespalkt. De andere was helemaal door. Ik kwam in een nog slechter humeur. Zo'n plantje verzorg je nou goed en je kijkt er iedere dag met plezier naar en dan opeens worden de stengels geknakt. s Middags hadden we nog één uur geschiedenis. Na de les moesten we voor school even wachten op Sprokkelaar. In de lucht zweefde een parachutist Deze was bij de Nieuwe brug bijna op de grond gekomen maar weer door de wind opgenomen. Hij was erg hoog.