'k moest zijn. In de wachtkamer - waar portretten van Hitler en Goering hingen, bah! - ontmoette ik verscheidene menschen, eenige zéér nerveus. - Eindelijk, ongeveer ½5 ('k had om 3 uur m'n kaartje afgegeven) werd 'k boven gebracht 'k Was héél héél kalm - hoewel 'k voor 50% verwachtte naar Vught gezonden te worden - daartoe had 'k ook m'n koffertje met toiletartikelen, benevens een stevig ontbijt, meegenomen
'k Zat dan boven voor een schrijftafel, waarachter een onzer beschermers - links van die schrijftafel stond een tafeltje waarop een schrijfmachine en er achter een typiste - na m'n verhoor of liever gezegd tijdens 't verhoor moest die 't rapport schrijven dat 'k te onderteekenen had - Na een paar minuten stilte begon m'n ‘vrind’ met te zeggen (in 't mofs) dat 'k zeker wel wist waarvoor 'k had moeten komen waarop 'k ontkennend in 't Nederlandsch antwoordde. - Toen haalde hij een brief tevoorschijn dien 'k eenigen tijd geleden naar Boedapest gezonden had. - 'k Had er o.a. ingeschreven dat we zoo bedroefd waren omdat ons mooi aan de spits staand Nederland 3 jaar geleden overvallen was - dat we zoo verlangden naar onze geëerbiedigde Koningin en naar gerechtigheid, vrijheid en --- eten Vooral over die gerechtigheid bulderde de vent en wat hier dan geen gerechtigheid was waarop ik antwoordde hem steeds vol aanziende: ‘de Jodenvervolging - ook Joden zijn kinderen Gods’. Tot m'n verwondering zeide hij hierop niets. ‘U denkt vrijheid te krijgen door de Tommies’ zoo ging hij verder waarop ik weder antwoordde: ‘met of zonder de Tommies maar vrij komen we’ ‘maar U gelooft toch niet dat de Koningin ooit terugkomt’ zei hij toen, waarop ik weer: ‘onze Koningin komt terug daarvan ben 'k vast overtuigd’ Toen hij ‘niet zoo lang de duitschers er zijn’ ‘neen’ zei ik ‘eerst de duitschers eruit en dan onze Koningin er in naar wie we zoo heel erg verlangen’ Toen sneerde hij: ‘U weet dar 't niet waar is en wat zou Nederland ook moeten beginnen zonder koloniën’ waarop ik antwoordde: ‘ook onze koloniën krijgen we terug - daarvan ben 'k vast overtuigd’ Die overtuiging deelde hij natuurlijk niet! - Nu ging dat allemaal niet zoo mak als 'k 't hier neerschrijf - af en toe blafte hij me aan, vooral als hij me niet begreep en zich verbeeldde dat hij me op een leugen betrapte! Maar ik was paraat en bad God me te helpen de goede woorden te kiezen: enfin 't eindigde dan hier mee dat 'k 't rapport moest onderteekenen waarin o.a. stond dat 'k niet deutsch feindlich (!!!!) was - tenminste dat 'k