Typiste, 28 jaar - Amsterdam
4 Juni 1943
- Met de radiotoestellen zijn ze nu aan de gang. Er zijn er natuurlijk, die ze gaan inleveren, die slappelingen heb je altijd. Het aantal moedigen is per slot maar gering, maar toch schijnt de oogst de Moffen niet mee te vallen. Ze dreigen tenminste steeds in de krant en waarschuwen tegen de handel in oude toestellen, de toestellen moeten in orde zijn en bespeelbaar, weet ik wat niet al. Ze kunnen naar de wip lopen. Volgens mij kunnen ze toch geen wijs uit alles, ze hebben zo veel uit te zoeken, dat ze er niet meer uit kunnen komen. Dus wij wagen het er maar op en leveren niets in, ook geen oud, tenzij nu mocht blijken, dat er zo'n scherpe contrôle wordt uitgeoefend, dat we tegen dat ze bij de S beland zijn, we er wel aan moeten geloven. Maar overdag staat ons goede toestel op zolder en 's avonds staat het goede weer op zijn plaatsje. Overdag behelpen we ons maar met dat oude geval. Je moet om je toestel te ‘mogen’ inleveren, een formulier kopen, wat je nog vijf cent kost bovendien. Het toppunt van brulitateit. Als ik het toch wegbracht, deed ik het zonder formulier. Als ze het dan niet aannemen, ook goed. Maar we zijn als het er op aan komt, allemaal zo mak als lammetjes.