Rietbewerker, 40 jaar - Rotterdam
10 Maart 1943
- Toen ik 's ochtend opstond had ik het gevoel daar ga je voor een half jaar van vrouw en kinderen. Zou ik ze gezond weerzien? 't Ontbijt was niet door mijn keel te krijgen, maar at toch 3 boterhammen op. Ik had graag nog met mijn gezin Psalm 23 gelezen en met hun willen bidden maar mijn gemoed was te vol en mijn droefheid te groot. Mijn vader en broer Maarten kwamen mij halen om mij weg te brengen. Toen dat afscheid en voor hoe lang? Het is toch zoo vreeselijk dat een gezin, dat in voorspoed en geluk leeft, zoo wreed van elkander word gescheurd. Toen aan het station Maas, waar het ontzettend druk was, weer dat afscheid van Vader, broer en zwager (Engel) en de vreeselijke tranen en droefheid van alle die vertrokken. Wij moesten in Utrecht, D-trein overstappen en daar had ik even zitplaats 1e klas, waarin ik veel gedacht en gebeden heb. Wij reden over Geldermalsen, 's Hertogenbosch, Eindhoven en Venlo de grens over naar Kaldenkirchen om uitstappen, toen naar de douane en verder om te eten bestaande uit macronisoep, brood met worst om daarna weer een spoorkaartje te krijgen en na 1½ uur wachten weer in de trein te gaan naar Keulen, waar wij 8 uur aankwamen, waar de stad gewoon verlicht was. Daar weer in de wachtkamer gegeten en half 11 in duisternis opnieuw vertrokken en door luchtalarm met groote moeite in den trein gekomen, na ontzettende drukte, toch een plaats gekregen op het achterbalcon en door onze koffers met elkaar stijf op elkander gedrukt gestaan en zware kouden geleden en heel niet geslapen.