Dagboekfragmenten 1940-1945
(1954)–T.M. Sjenitzer-van Leening– Auteursrechtelijk beschermd
Handwerker, 24 jaar
| |
[pagina 183]
| |
wordt het uitgereikt in vuile emmers. Zoo leven in Holland de slecht opgevoede varkens, en hier de goed opgevoede Hollander. Voor Joden is het niet te slim. | |
Zaterdag, 15 Augustus,O.L.V. - Weer hetzelfde liedje. Na het brood halen terug naar bed. Dan krijg je geen honger. Om 9½ appel. Maken ons klaar en gaan naar de kerk. Oud kerkje. Gaat zoo maar los toe hier. Na de mis eten. De joden krijgen meer, en Sjaak kluuwt maar tomaten, als het maar te eten is. We besluiten om, als de consel niet komt, wij ons melden voor de bezettingsarbeid. Dan gaan we maar wat liggen. Om 3½ staan we op en gaan eens op onderzoek. Eindelijk vinden we wat te eten. Winterpeeën en onrijpe pruimen, maar het gaat er in. Om 6 uur eten we wat meer. We krijgen een paar maal soep en weinig aardappelen. We kregen ook een stuk brood van onze Jood. Die geeft af en toe nog wat, maar die heeft ook geld. We gaan maar een glas water drinken en daarna weer appel. Zoo gaat ook deze dag weer voorbij. De Consul is niet gekomen. Die hebben geen belang in ons Hollanders. | |
Zondag, 16 Augustus- We komen toch steeds op dat eene terug ‘Waar men ook is in de vreemde, Holland is en blijft het mooiste en beste landje’. 14 dagen op reis en nog geen resultaat. Er is niet veel hoop om weg te komen. We zullen maar wat anders beginnen. De Tommy wil ons toch niet. Alleen met geld komt men er. Een pracht Zondag. Na het broodhalen corveërdienst. Na afloop brengen we de afval weg en verdienen 8 fr.. Ook komen elken dag nieuwen aan. Maar er zijn[gaan?] er per maand 2 m[an?] Dus dat duurt te lang. Er wordt ook niets gedaan om het te versnellen. Tommy is net als overal. Lui en beroerd. We liggen met 7 belgen en 3 Hollanders in zoo'n hok. Veel last van vliegen. Als het lang duurt vervuilt men totaal. Maar dat magt em nie hinderen om hier zo snel als mogelijk weg te komen. We gaan naar de kerk van 11 uur. Na de Mis een weinig eten en peeën schoonmaken. Voor de honger eten we er een paar op. We gaan daarna wandelen naar de rivier. Wasschen ons goed uit en nemen een bad. Daarna in de zon. Zoo is het tijd van eten. Eten goed wat watetsoep. Krijgen weer peeën en zoute visch. We eten brood maar. Nu is het er nog. Dan krijgen we weer appel en ook deze dag neemt een eind. | |
[pagina 184]
| |
Maandag 17 Augustus- Vandaag corveërdienst. Niet veel arbeid. Maar toch hebben we voor de middag het brood al op. De Consul is niet gekomen. Ze hebben hier niets met ons op en we besluiten maar op het OKW te gaan werken, daar Tommy ons toch niet wil hebben. We mopperen nog eens wat. Het eten is ook heel slecht, steeds bladeren en peeën in water gekookt. Een echt varkensvoer. Na het eten wat liggen en nog wat dienst en daarna naar de kapitein om werk. Moeten 'n brief in het fransch schrijven. Een jonge belg neemt dat baantje op zich. Om 8½ uur appel. Daarna is het nog een [?] uitvoering. Alles voor de Joden. Zonder geld is men overal een groote nul en moet men de baantjes opknappen. Affijn we zullen het beste hoopen. Het slechte komt van zelf. | |
Dinsdag 18 Augustus- Half acht uit bed en appèl. Brood halen met koffiewater. Daarna groenten schoonmaken. Daarna gaan we de brief aan de kapitein brengen, alles oké, nu het antwoord nog. We gaan ook de pruimen een bezoek brengen en halen daarna brood. Er valt voor ons ook een stukje af. Het middageten smaakt heel beroerd, het staat me de keel uit. Dat kan Sjaak niet hinderen 2 porties op te eten. In de middag onderzoek bij de dokter. Daarna wat slenteren en wachten op 6 uur voor varkenseten. Als we dat geslokt hebben gaan we maar wat liggen en elkaar wat vertellen. Zoo is het gauw avond appèl. Na het appèl nog even om pruimen en tomaten. Alles is nog onrijp. Een rotland is dat hier. Maar ja, voor de honger doet men al wat. En dat mag em niet hinderen. | |
Woensdag 19 Augustus- 7½ appèl. Brood halen, Met het brood gaat even zoo als met het andere. De mannen met geld en kromme neuzen gaan voor. We gaan maar hazelnoten halen voor de honger. Maar eerst naar de dokter voor mijn keel. Een paar dagen geen dienst We gaan maar eens kijken voor bessen en hazelnoten. We krijgen toch weer wat in de buik. Het eten is wat beter als anders. Er is ook wat vleesch bij. Maar het is weinig. Daarna om 2½ vergadering met de consul die zich niet laat zien. Mooie zaak hoor. Hooren dat de Tommy's aan land zijn. Maar die zullen wel gauw terug zijn. We gaan wat liggen voor het eten van 6 uur. Na het eten gaan we voor braambessen te zoeken, we hebben er heel wat. Het is weer wat te bikken. Even voor het appèl is de consul verschenen. Nu, morgen hooren we meer. De tommys maken niets klaar. |