Dagboekfragmenten 1940-1945
(1954)–T.M. Sjenitzer-van Leening– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 134]
| |||||||
Lid NSB bij SS-Standarte ‘Westland’, 20 jaar
| |||||||
[pagina 135]
| |||||||
1 November 1941- Ik wil me nu bezighouden met andere mogelijkheden voor mijn toekomst - 1e Is de mogelijkheid aanwezig dat ik nog weer kan gaan studeren? Beschouwen we de ‘koloniale’ periode als afgesloten. Wat bezit ik aan kennis - Mulo B - Overgangsbewijs 4e klas H.B.S B - dan 2 jaar Koloniale landbouwschool. Dus ongeveer gelijkstaand met abituriënt - Dit ‘abituur’ zal echter hoogstwaarschijnlijk niet erkend worden - Zoo ver is het noch niet. De hoofdvraag op dit gebied is natuurlijk wat wil ik studeren - Mezelf schemert zooiets voor als staatswetenschappen - ik meen dat er ergens een nationaal-socialistische leerstoel geopend is aan een onzer universiteiten. Dan misschien literatuur? Ik ben me eigenlijk niet bewust of ik een eigen stijl heb. Zou ik kunnen schrijven? Ben ik geen copiist? Dan geloof ik dat ik de Nederlandsche taal nog niet zoo volkomen beheersch dat ik wat zou kunnen schrijven. Maar al deze tekortkomingen zijn natuurlijk te verhelpen - te verbeteren - Het lijkt me wel iets als opvoeder in nat. soc. zin aan een of andere Ordensburg. Maar daar kom ik vooreerst niet voor in aanmerking. Daarvoor zijn jarenlange ‘Bewährung’ in het nat. soc. voor noodig. Dan blijven nog de rechtswetenschappen. Ook een mogelijkheid. Het opent een groot gebied. Vooral als politieke leider. (Ik schrijf dit maar - ik weet niet eens of ik daar ooit voor in aanmerking - tot nog toe is m'n toekomstweg, tamelijk duister -) Voor dit alles zou ik natuurlijk m'n H.B.S.-eindexamen Extraneï moeten hebben. Dit kost me minstens een jaar. 1 Juli 42 ‘entlassen’ - Dan zou ik natuurlijk meteen kunnen beginnen - Daar bij wil ik minstens nog Ned. stenografie en typen hebben. Het zou op geestelijk gebied het hardste jaar voor me worden. 21 jaar zou ik zijn als ik slaagde - dan staat de weg naar de universiteit me open. Wat zou ik in dit jaar kunnen doen. Als in bovenstaand geval alles zoo verloopt zooals ik het nu denk - dan geschiedt het volgende - 1 Juli '42 kom ik eruit - dan hoogstwaarschijnlijk kom in de S.D. Sicherheitsdienst. Maandsalaris - 100 gulden hoogstens 150 gulden. | |||||||
[pagina 136]
| |||||||
Ik zou dus overdag dienst doen en 's avonds voor m'n eindexamen studeeren - Deze studie wilde ik dan bekostigen met het geld dat ik overhield - Het wordt dan natuurlijk zeer krap leven. Zoo gezegd zal het mes dan met twee kanten snijden.
Maar dan - Zijn er gelden aanwezig voor een Studie aan de Hoogeschool? Dan nog wat: dan ben ik 22 jaar - tamelijk oud voor student in 't eerste semester! Gelden zijn van mijn kant niet aanwezig - Dat bewuste jaar zal veel slokken en maakt het me onmogelijk om te sparen. Waar krijg ik m'n studiegeld vandaan? Van familie? Neen en nogmaals neen. Door een beurs - Betwijfel ik. Dan de beweging - Misschien de S.D. Altijd in betracht nemen, dat ik oud frontstrijder ben! Door leenen? Een mogelijkheid - vooral bij bekenden - die weten dat ik wat bereiken zal omdat ik wat bereiken wil. Het geld is tot nog toe een vraagteeken. Zaterdag - geen bijzondere gebeurtenissen geen post. ‘Zapfenstreich’Ga naar voetnoot* terugverlegd op 9 uur - Wat ons ‘gezonden’ niet bevalt. Maar we moeten ons schicken in de ordening | |||||||
2 November- Deze Zondag scheen als een troosteloze Novemberdag voorbij te gaan. ik zeg het scheen zoo. Erich was met een autotocht mee naar het Sudetengauw. Werner en ik bleven alleen thuis. 's Middags om 5 uur kwamen echter nieuwe gewonden. Ook wij kregen er een bij. Erich moest naar boven. Arme kerel die we kregen - een tamelijk zwaar geval, linker arm en been! Vlieger - had niet veel levensvreugde meer - maar hier in ons midden zullen we hem wel weer snel boven op brengen - In aansluiting op gisteren - wat nu volgt - Wanneer de kansen | |||||||
[pagina 137]
| |||||||
tot studeren na m'n H.B.S.-Extraneï gering zijn mochten zoodat ik eigenlijk hiervan moet afzien dan is dit examen geenszins verloren - neen zelfs een groote aanwinst - Hoewel ik er van overtuigd ben - dat examens niet meer die rol spelen zooals vroeger - (Leistungs-prinzip!) geeft het me een gevoel van zekerheid van ruggesteun. Ik kan natuurlijk dan nog allerlei schriftelijke cursussen volgen - hetgeen voor mij zeer wichtig kan zijn voor de toekomst - Tot nog toe ken ik niet de promotiekansen in de S.D. maar ik stel me zoo voor dat er mogelijkheden zijn. Er blijft dan altijd nog gelegenheid voor liefhebberij-studies - | |||||||
3 November- Vaak heb ik me ook wel een journalisten beroep gedacht - Eigenlijk is het nooit bij me opgekomen hier langer bij stil te staan. Natuurlijk is hiervoor talent noodig Is dit te kweken te ontwikkelen? Bij ongeschiktheid kan ik deze uiting toch nog botvieren door stukjes aan allerlei bladen, enz. Als beroep vind ik 't in 't geheel interressant. - Vol afwisseling - Men leert veel menschen kennen - Ja er is een bizondere ‘geur’ aan - vooral in deze grootsche tijden! Hoe daartoe te komen. Misschien gebeurt dit nog wel veel later - Wie weet - Zoolang de wereld draait is nog alles mogelijk. |