Student, 18 jaar - Omgeving Leiden
26 November 1940, Dinsdag
- Vandaag een gedenkwaardige dag. Vrijdag of Zaterdag zijn alle Joden uit de openbare ambten ontslagen. Ook enkele professoren vielen hier onder: David, Meyers, en nog een of twee.
Zaterdag en Zondag was ik echt half kapot ervan, en diep in de put. Vanmorgen heeft prof. Cleveringa in een vlammende redevoering prof. Meyers herdacht, en daarna is besloten, een week geen college te lopen. Het was werkelijk iets overweldigends. Bij Cleveringa ben ik tot mijn grote spijt niet geweest, iets wat ik eeuwig-jammer vind. Maar daarna die sterke en eerlijke eensgezindheid! Het was werkelijk fijn.
Misschien zullen we later denken - en ik weet, dat verscheidene mensen het nu al denken - dat dit onverstandig en ondoordacht is. Maar we moeten nu wat doen, we moeten laten zien, dat we van dergelijke smerigheden niet gediend zijn. Het muisje kan een bedenkelijk staartje krijgen, maar toch is het goed zo. Voor Cleveringa heb ik werkelijk grote bewondering, het is een flinke kerel.
't Is jammer dat we dit geweldloos streven niet op alle fronten kunnen doorzetten: het zou de enige methode zijn om althans kans op enig succes te hebben. Wel geloof ik, dat ik over allerlei dingen in de praktijk heel anders ben gaan denken. Mijn vijanden kan ik niet lief hebben; maar toch is er wel iets van gebleven: het gaat om wat ze mijn medemensen aandoen. Een gedicht, dat ik weer verscheurd heb, en dat hierover ging, noemde ik ‘In de schaduw van den Berg’. Er gaat eigenlijk geen dag voorbij, dat ik niet aan Rotterdam denk. Er zal nu ook geen dag voorbij gaan, dat ik niet aan Prof. David denk. Wie deze dingen kan vergeven, heeft er niet onder geleden. Ik probeer niet, mij schoon te praten, maar toch kan ik op 't ogenblik geen andere houding aannemen. Ik kán die dikke bierbuiken met hun platte petten en hun mooie apenpakje niet zien zonder aan Rotterdam te denken en mijn hoofd om te draaien. Verleden jaar zou ik dit nooit gedacht hebben, maar het is nu toch de enige houding die ik aan kan nemen.