17 |
Op: Reagerend op |
24 |
seegepraalen: triomferend rond te lopen (met 't hoofd op een staak?) |
25 |
woeden: verwoede, woeste |
26 |
barbaaren: bedoelt Six de aanslagen van Engelsen op de Nederlandse slavenstations in West-Afrika (1664), die de slaven zouden hebben aangezet tot opstand? |
27 |
geneigt: van nature al geneigd |
33 |
kooninglik: nl. zoals het een koninkrijk (als Engeland onder Karel ii) betaamt |
37 |
Neen: Nee, maar wèl |
|
den waangod van de zee: de zogenaamde Neptunus |
38 |
soekt: probeert |
40 |
den vork: zijn drietand |
42 |
stukken: daden (nl. van de overwinnaars: de Nederlanders) |
43 |
Vloeken: Boosdoeners (wnt xxi, 2261) |
45 |
Michaël: Michiel de Ruyter, varend op De Zeven Provintiën van de Rotterdamse admiraliteit en opperbevelhebber over de vloot, hier voorgesteld als de engel Michaël, leider van de hemelse legerscharen en bestrijder van de duivel. |
49 |
Tromp: Cornelis Tromp, varend op de Hollandia en aanvoerder van de schepen van de Amsterdamse admiraliteit |
50 |
Uit den grootsten leeuw gesprooten: Zoon van de grootste leeuw, Maarten Harpertsz. Tromp (in 1653 gesneuveld) |
51 |
braaven Vries, en Zeeuw: dappere Westfriese en Zeeuwse admiraliteitsschepen |
52 |
Cerberen: Helhonden (vgl. de benaming ‘doggen’ voor de Engelsen) |
53 |
ter wraak: op wraak uit |
54 |
hondert handen: metaforisch voor: honderd oorlogsbodems. Een pamflet somt 91 schepen en enkele branders en galjoten op (Knuttel 9302 (1666), fol. a 3 verso). |
56 |
dry koppen: metaforisch voor de drie Engelse squadrons (red, white en blue) |
58 |
den bloedstroom: dwz. de Theems |
59-60 |
in ... sluisen: in die nauwe sluis, waarvan de deuren nooit gesloten zijn. Six bedoelt het Kanaal en impliceert dat de Engelsen geen zeggenschap hebben over de vaart door het Kanaal. De slag werd gestreden tussen Nieuwpoort en North Foreland. |
61 |
die ridders: De Ruyter en Tromp |
62 |
op te kroppen: in het nauw te drijven |
63 |
het [...] meir: de ... zee |
66 |
't plaatich vel: de van platen (‘schubben’) voorziene huid. De Engelse schepen waren voorzien van een metalen pantsering (vgl. gedicht no. [379], r. 28). |
73 |
het witte hoofd: nl. het grote schip dat ‘the white squadron’ aanvoerde, The Royal Prince, dat bij de slag veroverd werd. De bevelhebber op dat schip, George Ayscue, werd gevangengenomen (Knuttel 9302 (1666), fol. [a4] verso, De Jonge ii, 1869, p. 76-78). |
74 |
het Y: de Amsterdamse admiraliteit. Het schip werd echter op zee in brand gestoken en ging verloren. |