[574] Raap (p. 839)
annotatie |
|
|
1 |
't lust Kato die te stooven: waarschijnlijk baseert Six zich op de uitvoerige schildering van de eigenschappen en bereidingswijzen van de koolraap in Cato maiors De agri cultura clvi-clviii. |
2 |
in 's kooninghs sin: naar het oordeel van de koning. De bedoelde koning is Lodewijk xi van Frankrijk. Lodewijk zou eens een eenvoudige boer met een flinke som geld beloond hebben, omdat deze hem een grote raap, zijn lievelingsmaal, had geschonken. Een hoveling meende zich hieraan te kunnen spiegelen en schonk de koning een kostbaar paard, in de hoop dat ook dit geschenk rijkelijk beloond zou worden. Inderdaad schonk de koning hem een kostbaarheid: de eerder zo dankbaar aanvaarde raap. Six veronderstelt de anecdote bekend, omdat hij het Convivium fabulosum, een van Erasmus' Colloquia, bekend veronderstelt. |
|
|