In een van de voetnoten bij zijn Hedens-Daegse Venus en Minerva komt Daniël Jonctys te spreken over de dichter Pietro Aretino (Jonctys, 1641, p. 54): ‘Hy is gestorven te Venetien, en begraven in Sebastiaens Kercke, met een Italiaens Graf-schrift, hier op loopende:
Hier onder leyt den bitt'ren Aretijn:
Noyt menschen tong zoo bitter dan de zijn,
Die Hoog, die Laeg, die Dood', en Levend schende,
Behalven God; om dat hy hem niet kende.’
Volgens Huydecoper, 1730, p. 72 lijkt Six zijn epigram schimpvoogel ‘niet zonder verbetering’ aan deze vertaling van Jonctys ontleend te hebben. Er bestaat enige onduidelijkheid over de precieze tekst van Aretino's grafschrift en zelfs over de juiste plaats van zijn graf (Schilders, 1986, p. 190).