[537] Blanketsel (p. 826)
annotatie |
|
|
1 |
te schoon: dwz. zo schoon dat er niets te ‘verbeteren’ valt |
3 |
van 't laaken afgelept: dwz. als de schoonheid van de vorige dag door het laken is afgelebberd (wnt i, 1151, deze plaats) |
4 |
Dat: Het laken, dat |
|
dan wy: nl. dan wij, die uw echte gezicht nooit zien, overdag |
|
|