[488] Kraan (p. 810)
annotatie |
|
|
1 |
taaije: volhoudende (?) |
2 |
Sy weet de heime dood van Ibikus te wreeken: Toch heeft zij kans gezien de verborgen gebleven moord op Ibykus te wreken (wnt, vi, 474, deze plaats). Toen de dichter Ibykus van Rhegium door rovers vermoord werd, smeekte hij een koppel overvliegende kraanvogels hem te wreken. Toen de rovers later in een stad kwamen, zagen ze enkele kraanvogels naderen en ze zeiden smalend tegen elkaar: ‘Kijk, daar komen Ibykus' wrekers’. Omstanders luisterden hen echter af en gaven de moordenaars aan (vgl. Plutarchus, Moralia 509 f). |
|
|