annotatie |
|
|
2 |
huiswaard: gastheer (wnt vi, 1258), nl. bij wie ik logies heb genoten |
|
als noch eens geweest: zoals u voorheen al eens bent geweest (nl. bij Six eerste bezoek aan Venetië, rond de jaarwisseling 1650-1651) |
3 |
Onthaalende: Die mij hebt onthaald |
|
beleefde: allervriendelikste |
4 |
den prys: nl. van dat onthaal |
5 |
niet min doortrapt: even bedreven (wnt iii, ii, 3082: ‘In beslist gunstigen zin’) |
6 |
By: Aan |
|
beklapt: verraadt, verklikt |
7 |
wan: als |
9-11 |
saam ... alls: die woning, tafel, handelsfirma en firmanaam delen en op elk gebied compagnons zijn |
11 |
wat: wat ... ook maar |
13 |
de denchd: de ondervonden goedheid |
14 |
den vyfden: nl. Abraham Heirmans |
15 |
Korts: Nog onlangs |
|
schaffer: leverancier, importeur |
16 |
Nu, aan den Genuees, vertrouwt: Nu betrouwbare leverancier van zout aan Genua. Of (Van Es, 1953, p. 150): Nu in een vertrouwelijke handelsrelatie tot Genua. |
17 |
wyl: nu |
|
reisree staa: op het punt sta af te reizen |
18 |
langs Hadria: aan de Adriatische kust, dwz. te Venetië |
20 |
Te laaten: Achter te laten |
21 |
laat: laat ... achter, schenk |
22 |
met die pen: in het gebruik van de pen van een rijmer |
23 |
krummel: kruimeltje, flintertje |
26 |
Het is Veneci, maar in schets: Het is slechts een (ruwe) schets van Venetië |
27 |
beworpen: getekend, ‘gekalkt’ (wnt ii, ii, 2412, deze plaats) |
27-28 |
op ... penceel: op het paneel dat zoveel eerder het penseel van de dichter Sannazaro (1458-1530) verdient. Waarschijnlijk verwijst Six naar Sannazaro's gedicht De Mirabili Urbe Venetijs, waarmee de dichter veel eer had ingelegd: ‘Het Gemeene best van Venetien [...] schonk hem tot een eeregift, voor iedere regel, die hy opde stadt dichte, volgens Aldus Manutius, hondert scudi, dat, in onze munt, omtrent zoo veel ducatons bedraegt’ (Vlaming, 1730, p. 293). Six heeft Sannazaro's vers nagevolgd in zijn op amsterdam (no. [270]). |
29-30 |
gaa te mart, Met danken: ‘loop heen met je bedankjes’, m.a.w. wat heb ik aan je ‘dank-u-wels’ |
30-31 |
hoe ... verstaat: hoe zou het hart kunnen laten blijken wat de mond slechts kan zeggen (verstaat: ‘kan’. Van Es, 1953, p. 150 verklaart verstaat echter met: ‘doet verstaan’, mededeelt, bedoelt of: wil). Six bedoelt dat een dankwoord weliswaar ‘waardeloos’ is, maar dat het hart geen middelen ten dienste staan om een ‘dankdaad’ bij het dankwoord te voegen. |
32 |
Al eer het aankomt op de daad: Voordat de gelegenheid tot een daad (een wederdienst) zich voordoet |