|
Mund. Allein Dank ihren vierzehn Jahren bemerkte man hauptsächlich die frische Farbe, die blonden Haare und die klaren blauen Augen’ (Justi, 1888, ii, p. 288). Het gedicht is afgedrukt op p. 323 van Six' Poësy. |
|
annotatie |
|
|
1 |
Zoo: Indien |
|
eer: voorheen, in de Oudheid |
|
van dryerlei Godinnen: nl. van Hera, Athene en Afrodite. De bedoelde strijd om schoonheit is die om de gouden appel van Eris, waarbij Paris als scheidsrechter optrad. |
2 |
Op Ide: nl. Op de berg Ida, waarop Paris zijn vee hoedde (de combinatie Ide, om is blijkens het metrum tweelettergrepig) |
|
noch: nog eens |
|
aan d'Iber: aan de Iberus, de Ebro, dwz. in Spanje |
|
zou beginnen: dwz. zou worden gehouden |
3 |
ghy, Marye: gij, Maria Anna |
|
mee mocht, om uw maare, reijen: mee mocht dingen, wegens uw roep (uw faam van schoonheid). wnt ix, 236 wijst bij deze plaats op de overeenkomst met het Franse ‘se mettre sur les rangs’. Six speelt met de klanken van Marye en maare, reijen. |
4 |
leijen: voeren |
5 |
vrouw van God Jupyn: nl. Juno (Hera) |
|
zou bleek besterven: zou doodsbleek worden |
6 |
Minerve liet haar haat, op Paris niet min erven: Minerva (Athene) zou Paris niet minder haar woede nadragen (nl. dan na het eerste Parisoordeel, dat indirect tot de ondergang van Troje en tot de dood van Paris had geleid) |
7 |
venyn: gif |
8 |
Ghy ... lyken: Van vier godinnen zoudt gij er als enige goddelijk uitzien |