Gedichten (2 delen)
(1991)–Joannes Six van Chandelier– Auteursrechtelijk beschermd[606] Myn uiterste wil.aant.Bedryf, nablyvlingh, aan myn lyk geen hoovaardy.
Waar toe een doodkleed, van fyn lynwaad, aan een pry?
Waar toe gebloemten? dek de schaamte, met een blad
Des vygebooms, en gun aan aarde, een aarden gat.
5[regelnummer]
Maar let dat ik verryse, uit Suidens kerkspelonk,
Waar in men 't lichaam van myn saalgen vaader sonk.
Ik hoef geen opschrift, of schryf, op de steenen kas,
Dit stichtelyk vermaan: Ghy zyt noch, wat ik was.
|
|