VII. Verantwoording
Deze uitgave gaat terug op: [Jan Six],
Medea. Treurspel. Twede druk.
Amsterdam: bij
Jacob Lescailje, Boekverkoper op den
Middeldam, naast de Vischmarkt, 1679. Gebruikt is het exemplaar dat in de
Universiteitsbibliotheek Amsterdam onder signatuur UBA 694 f 96 bewaard wordt.
De keuze is op de tweede druk gevallen, omdat deze een scène bevat die
in de eerste druk ontbreekt, namelijk het eerste toneel van het derde bedrijf
(v. 576-601). Ook de verzen 738-741, die men tevergeefs zoekt in de eerste
druk, zijn nieuw. Opmerkelijk is dat enkele strofen uit de reien achter het
derde en vierde bedrijf in de tweede druk van Medea zijn weggevallen. In
voorliggende uitgave zijn de betreffende verzen weliswaar opgenomen, maar
cursief gezet, zodat ze typografisch herkenbaar zijn. Het gaat om de verzen
743-746 en 754-757, respectievelijk de verzen 1064-1067 en 1080-1091. Anders
dan in de uitgave die aan deze editie ten grondslag ligt, is een versnummering
toegevoegd en is er daarnaast (tussen vierkante haken) in een telling van de
opeenvolgende tonelen voorzien. Op grond van een lijstje
‘Misstellingen’ dat in de gebruikte broneditie is opgenomen, is
enkele malen in de tekst ingegrepen. Het gaat om de volgende plaatsen:
[v. 576] | Uit het lijstje van personages dat in het eerste toneel
van het derde bedrijf opkomt is de Bode geschrapt. |
[v. 602] | Het tweede toneel van het derde bedrijf is als zodanig
gemarkeerd door aan te geven dat de Bode zich bij Creon, Jason en Creüsa
voegt. |
[v. 764] | ‘How d'overmoed wat neêr’ werd
verbeterd tot: ‘Bedwing uw overmoed’. |
[v. 1104] | Uit het lijstje van personages dat aan het tweede toneel
van het vijfde bedrijf deelneemt is Creüsa geschrapt. |
Verder zijn de volgende evidente drukfouten, mede op grond van een
vergelijking met de eerste druk van Medea, verbeterd:
v. 348 | ‘onreeht’ is geworden ‘onrecht’ |
v. 372 | ‘machr’ is geworden ‘macht’ |
v. 621 | ‘mogt zijn.’ is geworden ‘mogt
zijn;’ |
v. 958 | ‘en’ is geworden ‘noch’ |
De tekst van Six roept bij eerste lezing geen al te grote vragen op.
Wie echter tot in détail wil weten hoe bepaalde gedachten verwoord zijn,
zal vast moeten stellen dat de formulering op vele plaatsen onverwacht
weerbarstig is. Om die reden is de tekst uitgebreid geannoteerd, zodat ook een
lezer die wat minder ervaring met het zeventiende-eeuwse Nederlands heeft,
makkelijk vat zal krijgen op Six' treurspel.