Verhalen uit het land der bokkenrijders en der Teuten
(1978)–J.R.W. Sinninghe– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 152]
| |
Het antwoord van St. OdaIn het gehucht Merselo onder Venray staat een kapelletje gewijd aan Sint Oda, of zoals men hier zegt aan Sint Oei of Sint Oeike. Volgens een oud gebruik gingen veel omwonenden tegen het vallen van de avond bij het kapelletje knielen en een ogenblik bidden. Nu woonde er in Merselo een heel gierige boerin die de meid en de knecht, nadat ze hard in de oogsttijd gewerkt hadden, vrijwel oneetbare kost voorzette die de honden nog niet lustten. Later op de avond ging ze, zoals ze altijd deed, bij het kapelletje bidden. Zij knielde neer op de drempel en zuchtte zwaar: ‘Och God!’ Daar sneed een scherpe stem door de stilte van de avond: ‘Spek in de pot!’ De boerin schrok: ‘Sint Oeike, kunde geei dan sprêke?’ Onmiddellijk kwam het antwoord: ‘Gêf ow volk bêter te vrête!’ ‘Och, Sint Oeike’, hernam de boerin, ‘ich sal van nou af aon, doen wa' ich kan.’ ‘Gaot nao' huus en doei het dan!’, zei Sint Oeike, maar het was het beeld van de heilige niet die sprak, maar de meid, die zich achter het beeld verborgen had. Sindsdien heeft de boerin er wel voor gezorgd, dat er altijd goed eten op tafel kwam.Ga naar eindnoot4. |
|