2. De duivel als dier.
Te Echt werd vroeger door de opgeschoten jongens een spel gespeeld, dat munten werd genoemd of ook wel kruis en munt. Zij waren er zoo verhekst op, dat zij er soms den kerktijd voor verzuimden. De geestelijken waren er zeer tegen, maar de jongens stoorden zich daar weinig aan.
Tot op een Zondagmiddag onder het lof verscheidene van die snaken zich naar den pannenoven van den ouden Meyer hadden begeven, om daar naar hartelust te munten. Zij waren druk bezig en de centen klingelden dat het een aard had, toen er plotseling een zwarte kater verscheen met gloeiende oogen en zich onder een afgrijselijk gemiauw op het geld van het potje wierp.
De verschrikte jongens vluchtten, zoo gauw zij konden. Het voorval was spoedig bekend en na dien tijd was het met munten gedaan.
Bron: Welters, Limburgsche Legenden, II, blz. 62.
Aanteekeningen: Meestal verschijnt de duivel als een groote, zwarte hond. In die gedaante joeg hij te Eijgelshoven een Zondagschenner angst aan.
Te Gulpen en te Weert-Meerssen loerde hij eerst als een hond, later als een vurig paard op een vloeker. Deze werd van schrik zwaar ziek en lag op sterven - toch durfde hij niet alles wat hij in zijn leven gedaan had te biechten. Toen hij daar eindelijk toe overging, vloog de duivel als een zwarte hond van onder het bed uit en door den muur. Het gat in den muur kon niet gedicht worden; steeds viel het metselwerk er uit, tot ten slotte een steen, die juist in het gat paste en door den pater gezegend was, hield. (Gulpen).
Als een groote zwarte hond hield Satan ook eiken nacht een knecht van een oliemolen te Maastricht, die een raren naam had, gezelschap.
Op Hoensbroek of Amstenrade had de heer een aap, die door een pater als den duivel werd ontmaskerd. Evenals in 't Middeleeuwsch exempel, waar de duivel als knecht bij een ridder diende, wachtte hij slechts op de gelegenheid dat zijn meester verzuimen zou dagelijks een klein gebedje uit te spreken.
Dat gebedje tot Maria redde ook een bankier uit Maastricht. Hier werd de duivel gedwongen het met bloed geteekende contract in de volle kerk terug te brengen. Hij verscheen daar in de gedaante van een groote vogel.
Op het landgoed de Heiligenberg te Bunde kwam hij als een zwarte raaf de ziel halen van een oude dame, die niets meer aan haar geloof deed.
(Kemp, op div. plaatsen.)