Chronologisch woordenboek
(2001)–Nicoline van der Sijs– Auteursrechtelijk beschermdDe ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen
2.4 Latijnse oorkonden en inkomstenregisters als bron voor Nederlandse woordenIn Latijnse teksten zijn dus veel plaatsnamen genoemd, maar daarnaast werden in oorkonden en inkomstenregisters ook wel Nederlandse woorden in gelatiniseerde vorm vermeld - geheel Nederlandstalige oorkonden dateren pas vanaf de dertiende eeuw. Er waren waarschijnlijk een aantal oorzaken voor het gebruik van Nederlandse woorden in Latijnse teksten: voor sommige woorden bestonden geen geschikte equivalenten in het Latijn, in andere gevallen wilde men de termen accuraat vastleggen (vooral in het geval van maten en eenheden). Ook kan meegespeeld hebben dat men de teksten voor iedereen duidelijk wilde maken of gemakkelijk te onthouden (de Latijnse teksten werden meestal voorgelezen), en ook de tweetalige achtergrond van de monniken kan een rol gespeeld hebben.Ga naar eind47 Vaak staat in het Latijn een frase ter inleiding van het volkstaalwoord, bijvoorbeeld: que vulgo dicitur dam ‘wat door het volk “dam” genoemd wordt, wat men gewoonlijk “dam” noemt’, of quam gilda vulgo appellant ‘wat het volk “gilde” noemt’. Dergelijke woorden zijn in verschillende bronnen verzameld. Slicher van Bath heeft in 1948 een mooie lijst van 179 Nederlandse woorden in Latijnse oorkonden gepubliceerd, en Tavernier-Vereecken heeft in Gentse naamkunde van ca. 1000 tot 1253 een groot aantal glossen verzameld. Hierin is onder andere het Liber Traditionum Sancti Petri Blandiniensis verwerkt, het boek der schenkingen aan de St.-Pietersabdij te Gent. Op basis van deze en nog een enkele andere Latijnse bron kunnen 62 Nederlandse woorden een oudste datering krijgen, tussen de negende en de dertiende eeuw. Deze woorden betreffen enkele specifieke terreinen. Om te beginnen maten en gewichten:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 133]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Juridische termen uit de keuren en oorkonden zijn:
Waarschijnlijk komen de volgende woorden uit de handel:
Er zijn veel namen voor voedingsmiddelen en bierbrouwen bewaard gebleven, onder andere doordat deze in de schenkingen aan de St.-Pietersabdij te Gent genoemd werden. Vanwege de eetvoorschriften voor de monniken, waarbij op sommige dagen geen vis gegeten mocht worden, worden een aantal visnamen genoemd, waaronder ook de haring, die in dezelfde periode als Frans leenwoord is gevonden:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 134]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Veel termen stammen uit het dijk- en polderwezen, een terrein waarop het Nederlands - dankzij de bodemgesteldheid van de Lage Landen - een veel uitgebreidere woordenschat bezat dan het Latijn, en verder zijn er diverse landschapstermen. Hieronder valt ook het woord knie dat, net zoals we al eerder zagen bij mond, schoot en staart, figuurlijk gebruikt is, namelijk in de betekenis ‘bocht van een rivier’:
De meeste woorden zijn erfwoorden, wat gezien hun ouderdom niet verbaast. Kussen is ontleend aan het Frans, Hanze aan het Duits (dit koopmansgilde ontstond in Duitsland), en bunder, foreest en mud gaan terug op het Latijn. IJsbeen is een volksetymologische | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 135]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vervorming van Latijn ischia ‘heupgewricht, heup’. Van kabeljauw en paling ten slotte is de herkomst onbekend. |
|