Schoonheid als eigenbelang
(1948)–Fokke Sierksma– Auteursrecht onbekendFokke Sierksma, Schoonheid als eigenbelang. A.A.M. Stols, Den Haag 1948
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Schoonheid als eigenbelang van Fokke Sierksma uit 1948.
redactionele ingrepen
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (binnenkant voorplat, 2, binnenkant achterplat, achterplat) en pagina's met advertenties (achterkant stofomslag) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[ voorkant stofomslag]
FOKKE SIERKSMA
Schoonheid als Eigenbelang
fokke sierksma
SCHOONHEID ALS EIGENBELANG
essays
Hoewel er de laatste jaren zeker niet minder essays geschreven worden dan in de periode voor de oorlog, loopt ook door dit gebied van de letterkunde een diepe breuk: aan de ene kant de - ondanks alle beweeglijkheid - scherp omlijnde stromingen en persoonlijkheden, aan dèze zijde een overwegend fragmentarisch en tastend zoeken naar nieuwe waarden die in staat zijn de oude te vervangen of voort te zetten.
Juist temidden van deze na-oorlogse onoverzichtelijkheid is Fokke Sierksma de meest opvallende figuur onder de jongere essayisten. In zijn werk, dat voornamelijk in het door hem mede geredigeerde Podium gepubliceerd werd en daar dan ook voor een groot deel de specifieke houding van bepaalt, begint zich immers een duidelijke lijn af te tekenen, die op de voet te volgen is in de voor SCHOONHEID ALS EIGENBELANG uitgekozen artikelen. Naast essays als ‘Humanistische Kortsluiting’ en ‘Schoonheid als Eigenbelang’, waarin de schrijver, afrekenend met zijn voorgangers, zich startklaar maakt voor een verdere koers, staan de fel polemische oriëntaties in het actuele cultuurlandschap als ‘Papierkrieg’, ‘Journaal van een Journalist’, ‘Eeuwigheid als Argument’ e.d., en tenslotte zijn studies over Gerrit Achterberg, J.C. Bloem, Cola Debrot, P.N. van Eyck en anderen, waarmee hij werkstukken heeft geleverd die door rijpheid van oordeel en lenigheid van denkstijl tot het beste behoren van wat er de laatste tijd op essayistisch gebied is verschenen.
Deze bundel SCHOONHEID ALS EIGENBELANG is dan ook in dubbel opzicht een boeiende verzameling geworden: èn door de glasheldere en gevariëerde inhoud op zichzelf èn door het onopzettelijk beeld van een ontwikkelingsgang dat ons gegeven wordt, een ontwikkelingsgang die niet alleen voor de kennis van de schrijversfiguur Sierksma, maar ook van de mogelijkheden die de moderne letterkunde openstaan van groot belang is.
Geb. f 4.90
[ voorplat]
FOKKE SIERKSMA
SCHOONHEID ALS EIGENBELANG
[pagina 1]
SCHOONHEID ALS EIGENBELANG
[pagina 3]
FOKKE SIERKSMA
Schoonheid als Eigenbelang
Essays
A.A.M. STOLS • UITGEVER
'S-GRAVENHAGE
1948
[pagina 192]
INHOUD
Schoonheid als Eigenbelang | 5 |
Eenmaal, andermaal, ten derde male: De Geuzenpoëzie | 28 |
‘Papierkrieg’ | 34 |
Na-oorlogse Prijzenpolitiek | 36 |
Eeuwigheid als Argument | 37 |
Humanistische Kortsluiting | 39 |
Geknotte Mystiek | 54 |
Fragmentarisch | 60 |
Huxley's Apologia pro Vita sua | 69 |
De Wanhoop tussen de Polen | 87 |
Notities bij Cola Debrot | 99 |
Beschimmelde Oudejaarssentimenten | 110 |
Snelvuur tegen de Dood | 113 |
Journaal van een Journalist | 129 |
J.C. Bloem; een Schets | 138 |
Dialoog over Coster | 162 |
Hinkend Onderweg | 170 |
De Erfenis van Ter Braak en Du Perron | 185 |