Wortoe d'e tan abra(1970)– Shrinivási– Auteursrechtelijk beschermdBloemlezing uit de Surinaamse poëzie vanaf 1957 Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] Bhai dhan ka dukhra (Rijste-Smart) Slechts zij, die uit rijst geboren zijn Slechts zij, die in rijst zijn opgegroeid Slechts zij, die door rijst gestorven zijn Kennen alleen de jammerklacht der halmen. Want weet, dat iedere groei in wezen sterven is en iedere bloei vergaan. Zo weet dan ook, dat iedere oogst zeer smart'lijk is. khali pyala (een leeg glas) Ik ben een glas - leeg - dat staat te wachten op een tafel, in een onbewoond vertrek. Ik heb geen verlangen, maar ben tevreden, als ik ooit iemand laven mag. [pagina 31] [p. 31] kaun jâne (wie weet) Misschien ben ik een zucht, stil in een mens; een zaad, verborgen in een vrucht, een beeld in marmer, vuur in steen, kracht in hout, zanger in een kind, dichter in een mens... Misschien. tussen de schelpen Ik leef op de bodem van de zee ver van den mensen verscholen tussen de schelpen zonder ogen zonder mond. Mijn taal is de duistere stilte mijn klank is het eeuwige zwijgen van de zee. Zo leef ik verborgen tussen de schelpen op de bodem van de zee. Vorige Volgende