Een weinig van het andere(1984)– Shrinivási– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 179] [p. 179] [Een ongebruikelijke stilte] Een ongebruikelijke stilte heeft in ons een plaats veroverd als ik praat tot menigeen hier blijven mijn woorden tussen mij en hen hangen en ik ervaar ingevoegde stilten in het huis dat ik nu weer bewoon stappen weerkaatsen de treden de sleutel kraakt lusteloos het slot in het water ruist over een lichaam de wind sluipt de shutters koel binnen een ongebruikelijke stilte dringt zich ín binnen míjn stilte zij hoort niet tot mijn lichaam daarom weer ik haar af zonder misbaar vroeger wilde men mij uithoren overlaadde men mij met zijn vragen wachtend op het verlossende woord verlangend naar een stukje eensgezindzijn nu loop ik verloren de dag en vraag naar de bekende waarheid [pagina 180] [p. 180] ik die woorden hanteer rouw niet om eertijdse wartaal ik die met taal om kan gaan rouw niet om wat veel ouderen zongen noch om het gepiep van hun jongen ik die luister naar mensen rouw niet om het poeweriele bedrijf dat een volwassen volk in de weg staat toch sta ik perplex en verwonderd hoe men zelfs geen woorden meer vuil maakt aan zichzelf, het land en de toekomst nu ik schrijf ervaar ik wat poëzie is maar als ik het overdenk ontgaat het mij per definitie precies zoals water binnen je handen wegglipt tussen gespreide vingers of de hemel die je erin zag schijnen fragmenteert en ineens niet meer is toch ben ik verrast en bekijk die cosmos hier op een bladzij woorden schoon zonder bijsmaak gered uit een brein vol van twijfels [pagina 181] [p. 181] gedachten ingekleed weer in taal expressie van het menselijk hart bloed alzuiver binnen ons lichaam grootsprakigheid staat poëzie naar het leven diepgang noch waarde bezit zij maar onbekommerd praten nog kinderen onbevreesd houdt de jeugd mijn hand vast zij bevrijden mij uit mijn coma ongeremd, driftig, vol vuur brengen zij nieuw ritme mijn hart in in een droom zoen ik hun ogen rijp ik met hen mee als zij proef ik zuiverheid, vriendschap een vrucht van vertrouwen en liefde wie koopt mij daar een one-way weer wie vraagt: hoe gaat het met holland ik die reeds lang heb gekozen over en binnen's lands grenzen voor de zon die mij razendsnel inbruint voor het kind dat mij adem en huid is [pagina 182] [p. 182] ik woon hier sinds eeuwen terug en zoen de voetstappen van mijn ouders die dit land een naam durfden geven het van aanschijn hebben veranderd wie mij niet begrijpt moet het mij maar vergeven ik ben van levend water, van leven ik neem sterren voor een uitzonderlijk boeket op de hoogste top van het land raakt mijn vinger de rand van een wolk een vuurstraal die dit land zou verdelgen vlamt door mijn onbrandbare lichaam geen haat kent mijn hart slechts deemoed voor hen wier stem is onttakeld geen gramschap vervult mijn oog voor hen die de onschuld nog dragen poëzie is het wonder vangen binnen het broze omhulsel van taal is God en het Goede ont-dekken bevrijden uit een voortwoekerende nacht [pagina 183] [p. 183] heel duidelijk ervaar je ineens hoe nabij de hemel dan is heel helder in een ondeelbare sekonde wat geluk is, wat vreugde, wat schoonheid zijrivier ben je, een donkere kreek waar de zee instormt als vloed oeverloos ben je, oneindig grenzend aan de grenzen der aarde grenzend aan de rand van de hemel vol, oneindig vol leven binnen dit beloftevolle land kun je volmaakt zijn en gelukkig de onwetenden, de blinden ten spijt zij voeren een halsstarrige strijd tegen kalenders, de wereld, de zon en dit biedt ons geen brug naar de toekomst wie een mens verovert met angst zal omkomen in een lawine van wanhoop zal verzuipen in een kolk van twijfels vereenzaamd op de kust van de dood word wat een mens was in den beginne waar een mens nog vertederd naar kijkt Vorige Volgende