Een weinig van het andere
(1984)– Shrinivási– Auteursrechtelijk beschermdShrinivāsi, Een weinig van het andere. In de Knipscheer, Haarlem 1984
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: 7273 F 22
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van de bloemlezing Een weinig van het andere van Shrinivāsi zoals uitgegeven in 1984 en is samengesteld en ingeleid door Geert Koefoed. De bloemlezing bevat een keuze uit de volgende bundels: Anjāli (1964), Pratikshā (1968), Dilākār (1970), Om de zon (1972), Oog in oog (1974), Vrijgevig als altijd (1977), Als ik mijn land betreed (1980). Shrinivāsi is een pseudoniem van M.H. Lutchman
redactionele ingrepen
p. 26-31, 32-35 en 66-73: In de bundel wordt van een drietal gedichten ook de vertaling aangeboden, waarbij een deel van het orgineel steeds op de linker en de vertaling daarna op de rechter pagina verschijnt. De redactie heeft ervoor gekozen eerst het orgineel in zijn geheel te plaatsen, gevolgd door de vertaling. De volgorde van de pagina's is hierdoor veranderd.
p. 189: kop ‘[Over de auteur]’ toegevoegd.
De ongenummerde noten, die telkens woordverklaringen bevatten waarin het woord wordt herhaald, zijn door de redactie in de tekst geplaatst.
Bij de gedichten zonder titel is door de redactie de eerste zin tussen vierkante haken als titel toegevoegd.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. 1, 2, 6, 80, 178, 184, 190) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina ongenummerd (p. 3)]
SHRINIVĀSI
EEN WEINIG VAN HET ANDERE
bloemlezing samengesteld en ingeleid door GEERT KOEFOED
IN DE KNIPSCHEER
[pagina ongenummerd (p. 4)]
Een weinig van het Andere
Copyright © 1964, 1968, 1970, 1972, 1974, 1977, 1980, 1984 M.H. Lutchman
Copyright samenstelling en inleiding © 1984 Geert Koefoed Omslag Josje Pollmann
Eerste uitgave december 1984 In de Knipscheer Haarlem
ISBN 90 6265 174 7
[pagina ongenummerd (p. 5)]
EEN WEINIG VAN HET ANDERE
[pagina ongenummerd (p. 185)]
INHOUD
Shrinivāsi, dichter van de ontmoeting door Geert Koefoed | 7 |
anjāli (1964) | |
Sankrānti | 26 |
Pravās ka prayās | 32 |
Kathedraal | 36 |
Plan X | 38 |
Dehati | 39 |
En teruggekomen | 40 |
Moedertaal | 41 |
Het web van je stilte | 43 |
Voor mijn ouders | 46 |
Nabij het lichtschip | 48 |
pratikshā (1968) | |
Immigration | 52 |
Waterplant | 54 |
Suriname | 56 |
Partiële impressies (fragmenten) | 57 |
Voorbij de Stad | 61 |
Kavi aur Shabd/De dichter en het woord | 62 |
Bulāhāt/De roep in de nacht | 64 |
Jaypatr/Zegebrief | 66 |
Afro-Aziatisch | 74 |
Boven ‘Pij en Burnous’ | 77 |
Slendang | 79 |
Dilākār (1970) | |
Naar de olie | 82 |
Over de stad | 83 |
Klagen | 84 |
[pagina ongenummerd (p. 186)]
Kleur | 85 |
Zeggen wordt | 86 |
Wie gestorven is | 87 |
Zie, ik hóóp | 88 |
Weten | 89 |
Midden het feest | 90 |
In het huis van mijn bruid | 91 |
Terugzoenen | 92 |
Laat ons | 93 |
Lopen lichte woorden | 94 |
Door mij | 95 |
Ik heb de taal ontward | 96 |
om de zon (1972) | |
Ik had het schip gekaapt zeg ik. | 98 |
Gisteren landde ik | 101 |
Pasobra a bo so a habri/Want jij alleen hebt | 102 |
Beschrijf mij | 104 |
Wat ik schrijf op het zand | 105 |
Bloedbeul. | 107 |
Zon | 109 |
In haar ogen | 110 |
Ik heb dit land | 112 |
Ik zaai je | 114 |
Verduveldschoon Alabama (fragment) | 116 |
Hardhandig | 119 |
De duisternis | 120 |
Wij zijn vast meer dan zon | 121 |
Dit eenvoudig triumviraat | 122 |
Terug | 125 |
Gij zijt niet gekomen | 127 |
In gouden splinters | 128 |
God tegen de morgen | 129 |
[pagina ongenummerd (p. 187)]
Ik heb het koren gewogen | 130 |
oog in oog/frente a frente (1974) | |
Onwennig | 133 |
Mijn vader heeft zich gekleed voor de stad | 134 |
Je vraagt mij een gedicht te schrijven | 135 |
In de schaduw woont nog koelte | 137 |
Expositie F. Agerkop: ‘Commewijne sterft’ | 140 |
Bij de post vertraag ik mijn pas | 147 |
Met dit menszijn in mij | 148 |
Boni | 149 |
En ik heb veel neergeschreven | 150 |
Ik lig in het gras | 152 |
Door het raam zie ik tussen de gaffels | 153 |
Vreemd hoe wij ons kleden | 154 |
Schaam je niet Biswāspersad | 155 |
Ik zie jullie gaan met handtassen | 157 |
Ik zou jullie willen binden | 158 |
vrijgevig als altijd (1977) | |
nu ik gaan moet | 160 |
boven de wolken vlieg ik | 161 |
verlamd | 162 |
vrijgevig als altijd | 163 |
alles was reeds lang | 164 |
ergens heel ver in de wereld | 165 |
dit sterven | 166 |
Bitawiri | 167 |
ik stop mijn hand | 168 |
terug ben ik | 169 |
een heleboel mensen | 170 |
je bent niet meer als vroeger tegen mij | 171 |
ze loopt door de ragfijne regen | 172 |
[pagina ongenummerd (p. 188)]
zeg niets meer | 173 |
kom verenigen wij ons met zuiverheid | 174 |
als ik mijn land betreed (1980) | |
als ik mijn land betreed | 176 |
Een ongebruikelijke stilte | 179 |