Een weinig van het andere(1984)– Shrinivási– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 147] [p. 147] [Bij de post vertraag ik mijn pas] Bij de post vertraag ik mijn pas want de God-der-Wereld steekt over in bilgeperste broek, long hair nat naar achteren gekamd; de handen spastisch tegen het lichaam loopt hij met een zwellend buikje ik volg dit meubel op weinig versleten hakken ese cochino de la ciudad de smerige dekstier with a small penis de slijmbal gedekt door een brevet angstverscholen in zijn gringowagen; dan passeert de verkiezingstruck pas op voor het zoete gefluit van de vogelaar bonst een stem in de hitte van elf uur dit is de laatste kans van het surinaamse volk de omroeper wenkt naar me ik groet hem; de poëet vol vrome wensen herken ik terwijl de God-der-Wereld oversteekt alsof hij ka in zijn broek heeft zo loopt hij ik ben misselijk, wil braken vreemd dat ik voor een schurftige straathond deze walging mis ik keer me om, kijk voor me en spuug mijn mond nadrukkelijk schoon. Vorige Volgende