Een weinig van het andere(1984)– Shrinivási– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 107] [p. 107] [Bloedbeul.] Bloedbeul. Achter de heuvels rijpt de zon nu mijn huid zwarter gebrand en mijn tong klam om dat ene woord. In tweestrijd worstel ik tevergeefs ik heb geen keus. Ik voel de greep scherp om mijn nek barbaarser dan de rauwe slavendrijvers alleen wat lucht nu op rantsoen in een haperende adem voor een vergeefs waarom. Achter mij de jaren de oogsten de bruingestoofde mais op de geronde heupen der heuvels hoofdschuddend in de wind die vraagt die dwingt die pijnigt. En ik heb schuren woorden ik heb goud voor de zon van de zuiverste zinnen onaangeroerd. [pagina 108] [p. 108] Ik heb nieuw zaaizaad handen vol achter mijn lippen verborgen voor de dag waarop de hemel rust op deze aarde en kiemkracht schenkt met open handen. Vorige Volgende