Een weinig van het andere
(1984)– Shrinivási– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 65]
| |
De roep in de nachtWie heeft mij geroepen in de nacht
Het geluid kwam nauw hoorbaar van buiten
Het ontgaat mij wiens stem het is
Waarom kwam hij toch op mijn erf?
Was het de nāuGa naar voetnoot+ soms met de bekende boodschap
Wie weet ging hij onthutst terug
Vol schaamte bleef ik, de trage, achter.
Maar wie heeft mij toch in de nacht geroepen?
In het donker, de lamp in de hand
Riep hij op de dam tussen de dhānGa naar voetnoot+
Ik antwoordde met een vreugdevol hart
Hem, die mijn Bhagvān is.
|