Een weinig van het andere(1984)– Shrinivási– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 27] [p. 27] Sankrānti Op de horizon van dit tijdsgewricht schrijf ik de verborgen woorden op het gelaat van de zon op het maangebergte in de hemelvensters. Verheugd en met een energiek hart ben ik de bebouwer van de vruchtbare grond. De regens zal ik binden, beploegen het land van het hart en met zorg bevloeien. Elke dag weer zal ik woord voor woord, al de verzamelde woorden met de rijkdom aan zelfkennis levendig en met volharding planten als het zaad der vreugde in de grond van de geest, het gehoor en het geheugen. In de regentijd en op zonnige dagen zal het zich vastwortelen en opgroeien vol jonge spruiten staan. Het woord zal tot spraak de spraak tot een mond worden een open geluid zal zij voortbrengen [pagina 29] [p. 29] mijn schone taal, die gelijk de onvergelijkelijke bliksem woont in het paleis des harten. Vandaag ben ik uw slaaf en uw volledig ondergeschikte. Maar waarom die angstbezwangerde ogen? Voor de huichelaars? In de duistere nacht voor het dievengilde? Te allen tijde gereed, ben ik een leeuw gesterkt door mijn cultuur op post in het gedicht. Mijn zwaard is de emotie. Mijn wapen is de stijl, het beeld en de expressie. Een nieuwe mātra zal ik samenstellen een nieuwe maat en poëzie zonder wraakgevoelens en met zorg. Ik ben de bebouwer van de grond ik ben de slaaf maar niet begeesterd door wellust en trots geen gek en geen ontheemde. Uw dichter is een der uwen. Op de horizon van dit tijdsgewricht schrijf ik zonder vijandigheid [pagina 31] [p. 31] in het gerijpt seizoen ofschoon rode woorden staan gegrift in de pupillen van mijn Land. Vorige Volgende