Nederduytsche spraakkonst
(1712)–Willem Séwel– Auteursrechtvrijwaarin de gronden der Hollandsche taale naauwkeuriglyk opgedólven, en zelfs voor geringe verstanden, zo ten aanzien der spellinge als bewoordinge, duydelyk aangeweezen zyn
[pagina 323]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van de Voorzetselen.EEn Ga naar voetnoot✝ Voorzetsel is een onbuygelyk Spraakdeel, dat voor andere woorden gezét wórdt, om de plaats, oorzaak, óf tyd te betékenen, als
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 324]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Af wordt zo wel achter als voor gesteld, als Af komen, en Kom af, daar af. Eenige Voorzetsels zyn onscheydelyk, wordende nooit alleen, maar voor Naamwoorden en Werkwoorden gezét, en daar aan gehecht: deeze zyn Ant, Aal, Be, Ge, Er, Her, On, Ont, Toe, Ver, Wan, welke dus gebruykt worden, Antwoord, Aaloud, Bedekken, Bedelven, Begeeven, Bekleeden, Betoonen, Erlangen, Erkennen, Gedenken, Geleyden, Gelid, Herdoen, Herdoopen, Onbestendig, Ondeugd, Ontheyligen, Ontslaapen, Ontvouwen, Toedoen, Toegeeven, Verbidden, Verhooren, Verkrygen, Verneemen, Verschryven, Verbinden, Vergaan, Verkoopen, Wanschepsel, Wanhoopen, Wantrouwen. Evenwel wordt het woordtje Toe somtyds op zichzelven gebruykt, als Hy bewoog'er my toe. De deur was toe. Hy is na Engeland toe. Noopende het Voorzetsel Ver staat aan te merken, dat het tweederley betekenis heeft; want Verspreeken is Weder overspreeken, en Zich verspreeken is, In 't spreeken missen: Verdoen is Herdoen, en ook Verquisten. Verdrukken is Onderdrukken, en ook Wederdrukken óf Herdrukken. Vermaaken is Hermaaken, alsmede Verlustigen. De verscheelende betékenis van Verzinnen vindt men in P. C. Hoofts Gerard van Velzen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 325]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
aangeweezen, alwaar de Schildknaap dus zegt.
Hoe nu? Het woord verzind men dubbelduydig vindt.
Is 't van myn Heer verzind, met zinnen wel gesleepen,
Of heeft hy zich verzind, en wel ter deeg vergreepen?
Ge is ook een onafscheydelyk Voorzetsel dat men voor Naamwoorden stelt, als blykt aan Gevader, Gebroeders, Gezusters, zynde zo veel als Mede-vader, Medebroeders, Medezusters; zo is ook Geweeten eene Meêwustigheyd, waarvoor men in 't Latyn zegt Conscientia. |
|