27. een heel goed oogh water
laat een hoender ey heel hart kooken neemt het wit daar van vryft het heel fyn in een glaase vyseltje doet daar by voor twee stuyvers toutija menght het van langhsamer hand met een glaasje rinse wyn en door een heel fyn lapje laate loopen en het oog daar mede gebet ook mager wel een droppeltje in't oog loopen is probatum