Het Rijk van Nijmegen. Oostelijk gedeelte en de Duffelt
(1983)–A.G. Schulte– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 104]
| |
Afb. 151. Kaart van Millingen en Zeeland, detail van afb. 125. r.a.g., Arnhem, Algemene kaartenverzameling, nr. 515.
| |
[pagina 105]
| |
Zeeland
| |
Groot ZeelandVan het huis Groot Zeeland, het hoofdhuis van de vroegere heerlijkheid, zijn nog enige overblijfselen bewaard in de boerderij-ruïne die is gelegen op een door een droge gracht omgeven verhoogd rechthoekig terrein (afb. 153, 154) aan de Zeelandsestraat. De hoeve staat ter plaatse van de reeds in de 16de eeuw verwoeste burcht Zeeland of Hobergh. - Literatuur. Teg. Staat 1741, blz. 258; Van Spaen iii (1804), blz. 402-403; Van der Aa xiii (1851), blz. 114-115; Schutjes v (1872), blz. 122-123; Graswinckel 1927, blz. xviii; Van Schilfgaarde 1929, blz. 282-284; Van Schilfgaarde 1932, inv. nr. 3237, 3286, 5786; P.D. Keymel, x. Statistieke beschrijving van de heerlijkheid Zeeland, b.m. Gelre lxii (1965-1967), blz. 270-272; Numaga xix (1972), blz. 23-34, 78-80, 108-109; Gorissen 1975, blz. 115-116, 133-134; Jaarverslag r.o.b. over 1976, blz. 72; W.S(pann), Zoeken op Groot Zeeland, v.t.n.n. 1977, blz. 12, 26-29.
Afb. 152. Zeelandsestraat nr. 65-67. Overzicht van de hoeve Groot Zeeland met de bijbehorende schuren vanuit het noordoosten (opn. 1970).
| |
[pagina 106]
| |
Afb. 153. Het terrein van de kasteelplaats Groot Zeeland volgens het kadastraal minuutplan van 1820.
Afb. 154. De huidige lokatie van Groot Zeeland volgens het nette plan.
| |
GeschiedenisKarel van Bourgondië gaf op 24 juli 1473 aan de hertog van Kleef De Duffelt in erfelijk bezit. Nadien bleef het gebied steeds Kleefs territoir. Wel schijnt Gelderland zich de soevereiniteit over Millingen en Zeeland te hebben toegeëigend ondanks verzet van Kleefse zijde. De heerlijkheid Zeeland is lange tijd een oude bezitting geweest van het huis Bergh. In 1307 werd Otto van Bylant met land te Houberg en Zeeland onder Millingen beleend. In het register op de lenen van het huis Bergh wordt het omschreven als ‘'t Guet geheiten Zelandt, mit der heerlicheit ende 12 margen lants dairyn, ende een teendeken dairbi, to 1 £’. De eerste vermelding is van 1406. Uitvoeriger is de omschrijving van 1677. Zeeland had een eigen gericht. Frederik, heer van den Bergh, heeft de heerlijkheid in leen gegeven aan Willem van Appeltern. Diens zoon verkocht haar in 1437 aan Egbert van Alphen. Later kwam zij door huwelijk aan het geslacht Van Bronkhorst-Batenburg, vervolgens aan het Kleefse geslacht Van Motzfeld en in het begin van de 19de eeuw aan graaf Von der Lippe-Bisterfeld, gehuwd met de dochter van de heer van Meinertzhagen. Het bleef tot 1883 in bezit van de familie Zur Lippe.
Ga naar margenoot+ In de registratie van demombrement in 1677 wordt ook het huis genoemd. Allereerst wordt onder de landerijen vermeld ‘Den Cruyscamp mit den Pol daerop voor dezen het huys Zelandt gestaen heft, groot ongeveer thien morgen’. Vermoedelijk was het huis toen reeds vervallen. Schutjes vermeldt dat men bij de toenmalige hofstede nog overblijfselen aantreft van grachten en wallen, zodat Zeeland een versterkt slot geweest moet zijn. Een beeld daarvan geeft nog de kaart van Millingen en Zeeland van ca. 1790 (afb. 151). Schutjes spreekt verder over een kapel toegewijd aan St. Antonius blijkens een door hem overgenomen oude aantekening. ‘Dat officium ecclesiasticum perpetuum is dotirt in die ehre des hiligen marscalks S. Antonii vor unse huise en staete staende’. De vicariegoederen zijn in 1699 verkocht en later door overstroming onbruikbaar geworden.
Ga naar margenoot+ Aan de Zeelandse straat nr. 65-67 bevinden zich op een omgracht terrein, de resten van het heerlijke huis Groot Zeeland, opgenomen in het hoofdgebouw en een der schuren van de gelijknamige boerderij (afb. 152, 155, 156). De tot een deels droge singel verlande gracht toont nog hetzelfde verloop, dat wordt weergegeven op de kaart van de heerlijkheid Millingen en Zeeland uit 1790 (afb. 151). Daarop | |
[pagina 107]
| |
Afb. 155. Zeelandsestraat nr. 67. Zijgevel van de hoeve Groot Zeeland (opn. 1970).
Afb. 156. De ruïne van de hoeve Groot Zeeland (opn. 1983).
treft men ook de oudste kernen aan. Het gedeeltelijk wit gepleisterde bakstenen hoofdgebouw heeft een l-vormig grondplan met een aanbouw in de binnenhoek. Het huis is onderkelderd en heeft in de voor- en zijgevel grote 18de-eeuwse schuifvensters met roedeverdeling. De ingangspartij met trapgeveltje en uitgekraagde lijst onder het dak is bij een verbouwing in de 19de eeuw aangebracht. Het geheel ging schuil onder een rieten schilddak. Ten westen hiervan stond een wit gepleisterde schuur met afgewolfd rieten zadeldak door middel van jaarankers 1773 gedateerd. In december 1975 ging het huis in vlammen op, kort daarna werd de grote schuur vernield. Het complex ligt er sindsdien in ruïneuze staat bij. |