| |
| |
| |
Scheulder
Het kerkdorp Scheulder is gelegen aan de oude verbindingsweg van Maastricht naar Aken, een reeds in de Romeinse tijd bestaande heerbaan, die het traject volgt over Bemelen, Gasthuis en Wolfshuis naar Ingber en Gulpen. Vòòr de gemeentelijke herindeling van 1982 maakte Scheulder deel uit van de burgerlijke gemeente Wylre. Het grondgebied van de voormalige gemeente Wylre liep aan de westzijde uit in een smal, tamelijk langgerekt gebied. Dit tussen de kadastrale gemeenten van Valkenburg en Margraten gelegen grondgebied, kadastraal bekend als sectie F, bestond uit drie gedeelten: het westelijk stuk, genaamd Wolfshuis (Sectie F 1ste blad); het middengedeelte, IJzeren en Heerstraat (2de blad); het oostelijk gedeelte, genaamd Scheulder (3de blad). Het middelste gedeelte is op 1 januari 1982 bij de gemeente Valkenburg gevoegd. Wolfshuis en Scheulder maken sindsdien deel uit van de gemeente Margraten.
173 Het dorp Scheulder, kaart gebaseerd op het kadastraal minuutplan, ca. 1830. Tekening door T. Brouwer.
174 Het dorp Scheulder volgens recent nette plan. Tekening door T. Brouwer.
Scheulder is zo'n typisch, in oost-west richting lopend straatdorp, dat aan de noordzijde wordt begrensd door het Gerendal en aan de zuidzijde door de Scheulderhoogte (afb. 173-174). Het dorp ligt op een hoogte van 160-170 m + N.A.P.
Aan de westzijde van de dorpsbebouwing takt de verbindingsweg met Margraten, de Scheuldersteeg, in zuidwestelijke richting af. Noordwestelijk loopt de weg naar Heerstraat (oude heerbaan) en naar IJzeren en Sibbe. Aan de oostzijde loopt de hoofdweg naar Gulpen. De verbinding met Wylre is steeds van secundaire betekenis geweest.
| |
| |
175 Gezicht in de Scheulderdorpsstraat westelijke richting, opname 1987.
Aan de Scheulderdorpsstraat staan verschillende grote boerderijen en de uit 1850 en later daterende R.K. kerk (afb. 175).
De verkaveling vertoont een patroon van tamelijk langgerekte, meer dan huisbrede kavels, die aan de zuidzijde opstrekken tot aan de onverharde weg, die de grens vormt met het grondgebied van de vroegere kadastrale gemeente Margraten.
| |
Rooms Katholieke kerk
Aan de Dorpsstraat nr. 68 staat de R.K. kerk, toegewijd aan de H. Barbara. Het is een eenbeukig gebouw met een halfrond gesloten koorpartij en een toren. Het sobere, in mergel opgetrokken gebouw dateert in eerste aanleg uit 1850 en is in 1903-1904 vergroot met de neogotische torenpartij. De oorspronkelijke vormgeving in een sobere classicistische trant is deels verdrongen door neogotische elementen (afb. 176-179).
| |
Literatuur
Habets 1875, I, 346-347; W.A. Kusters, in: Wielderboek 1982, 266-268; Sjeulderklökske 3 maart 1969.
| |
Archivalia
G.A.M, Kerkarchief Scheulder S. Barbara, inv. nr. 1, Register der Deliberatiën 1866-1982.
| |
Afbeeldingen
In de Coll. RDMZ fotokarton met vier oude opnamen, ongedateerd, vermoedelijk ca. 1930; voorts foto's uit 1971, 1977, 1985 en 1987.
| |
Geschiedenis
Het kerkdorp Scheulder dankt zijn naam aan het gasthuis ten behoeve van de z.g.H. Geest-armen, behoeftige vreemdelingen die niet tot de gemeente behoorden. Het eerste bericht over het gasthuis, waar de armen konden
| |
| |
176 De R.K. kerk van St. Barbara, gezien uit het zuidoosten vanaf de Scheulderdorpsstraat, opname. 1987.
‘schoelen’, m.a.w. een schuilplaats vonden, dateert uit het begin van de 17de eeuw.
Gasthuiskapel. Op 8 april 1631 heeft Anna Nesselrode ‘aan’ het Gasthuis van Scheulder gebouwd, waaruit is af te leiden, dat het toen reeds bestond. Het Register van Deliberatiën vermeldt onder het jaar 1879 de opmerking: ‘De oude kapel schijnt opgericht te zijn door de grafelijke familie De Merey van Argenteau’.
Het gasthuis stond tegenover de huidige parochiekerk. Aan het gasthuis was een kapel verbonden, voor het eerst vermeld in 1645. Deze kapel was toegewijd aan de H. Barbara. Haar beeltenis, een uit de kapel afkomstige laatmiddeleeuwse houtsculptuur heeft nog altijd een ereplaats op het aan de heilige toegewijde zijaltaar in de parochiekerk (zie blz. 170).
De kapel was begiftigd met verschillende beneficies. In 1694 schonk Florimond van der Veeken bij testament een benificie, dat kort nadien in verval raakte. In 1772 volgde er een fundatie gesticht door Johannes Christinus Houtermans als ‘beneficium familiare’. Beide stichtingen hadden onder meer ten doel om op zon- en feestdagen in de kapel de H. Mis te lezen. De bediening geschiedde vanuit Wittem, eerst door de paters Jezuïeten en vervolgens door de Capucijnen. De oude kapel werd in 1803 tot rectoraatskapel verheven. In 1850 is vervolgens grond geschonken ten behoeve van de bouw van een nieuwe kapel.
Op de plek van gasthuis en kapel staat thans een moderne woning. Op het kadastraal minuutplan komen beide bescheiden bouwsels nog voor, aan de noordzijde van de straat, aangeduid als sectie F nrs. 781 en 783.
Kerkgebouw. Op 15 april 1850 schonk het echtpaar Theodoor Ploumen en Brigitta Jacobs hun aan de Scheulderdorpsstraat gelegen boomgaard, groot ‘zes roeden en vijftien ellen in het vierkant’ ten behoeve van de bouw van een nieuwe kapel en een daarbij aan te leggen kerkhof aan het kerkbestuur van de parochie in Wylre, waartoe Scheulder behoorde. Een cruciale voorwaarde was, dat het perceel ‘niet aan de kerkfabriek van Wylre, maar wel aan het eventueel kerkfabriek van gezegd Scheulder behoren’ zou. In wezen wilde men zich van Wylre losmaken, waartegen zowel van gemeentelijke als van parochiële kant verzet rees.
Vanaf 1803 vormde Scheulder een van de parochie Wylre afhankelijk rectoraat. De Barbarakapel bij het Gasthuis diende als godshuis voor zon- en feestdagen.
In 1850 werd tijdens het rectoraat van Joh. Peter Keesmeker door de firma Lemmens uit Beek een nieuwe kapel gebouwd op door het echtpaar Ploumen-Jacobs geschonken terrein. Men maakte gebruik van afbraakmateriaal van de Gasthuiskapel. De bemeubeling werd door het kerkbestuur van Wijlre aangebracht, met name het hoogaltaar, een zijaltaar, de biechtstoel en de communiebank.
Bij Koninklijk Besluit van 19 juli 1865 werd door koning Willem III het recht verleend om een eigen kerkbestuur te vormen, dat op 23 januari 1866 werd geïnstalleerd. Drie jaar later verhief de bisschop van Roermond, mgr. J.A. Paredis, op 28 januari 1869 Scheulder tot zelfstandige parochie.
Het huidige gebouw dateert in zijn hoofdvorm uit 1850, maar heeft wel met de bouw van de toren en het zangersoxaal in 1903-1904 wijzigingen ondergaan, waarbij met name neogotische vormen zijn toegevoegd. Hieraan is in 1904 een som groot fl. 4.500,- uitgegeven.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog richtte een bombardement in de nacht van 28 op 29 juni 1944 schade aan de kerk en de omliggende boerderijen aan.
| |
Het kerkgebouw
Plattegrond
De kerk bestaat uit een eenbeukig schip met een lengte van drie traveeën, waartegen aan de zuidzijde een koortravee met een halfronde absis aansluit (afb. 177). De lengte-as van het gebouw loopt noord-zuid. Aan de noordzijde
| |
| |
177 R.K. Kerk. Plattegrond van het kerkgebouw. Schaal 1:300. Opmetingstekening door A. Warffemius, 1987.
met de ingang aan de straat bevindt zich de op een vierkante grondslag gebouwde toren, die wordt geflankeerd door een polygonale traptoren tegen het midden van de oostmuur. Voor de toreningang ligt een bordestrap. Achter de absis is in de as van het kerkgebouw de sacristie aangebouwd met een jongere uitbouw aan de oostzijde.
| |
Materiaal
Kerk en toren zijn opgetrokken uit mergel (Sibbersteen); de toren en het kerkdak zijn gedekt met leien.
| |
Exterieur
De toren bestaat uit vier geledingen, waarvan de twee onderste, waarin portaalruimte en zangkoor, aan de straatzijde zijn voorzien van overhoekse steunberen (afb. 176). Als horizontale verdeling zijn cordonlijsten aangebracht in het overigens vlakke muurwerk.
De torenbekroning wordt gevormd door een ingesnoerde naaldspits. Het venster boven de hoofdingang is spitsbogig en gevuld met een zespastracering. De galmgaten, twee stuks aan elke zijde, zijn recht uitgesneden lancetten. Het kerkschip wordt verlicht door gotische vensters met middenmontant en drie- of vierpas koptracering, die in de vlakke mergelstenen muren zijn aangebracht boven schuin aflopende vensterbanken. Waarschijnlijk zijn de vensters pas bij de bouw van de toren in 1903-1904 aangebracht in plaats van rondboogvensters, die meer bij het interieur van 1850 passen.
Het priesterkoor wordt alleen aan weerszijden door een venster in de rechte koortravee verlicht. De halfronde sluiting is geheel blind. Schip en koor worden tot even boven de vensters geschraagd door steunberen met een zadeldakvormige afdekking.
178 R.K. kerk. Het interieur ca. 1925.
| |
Interieur
Het kerkgebouw vertoont inwendig gepleisterde wanden met een traveeaanduiding door vlakke pilasters (afb. 179). De ruimte is overkluisd door een gestuct tongewelf met platte ribben als voortzetting van de wandpilasters; voorts een eenvoudig geprofileerde kooflijst op de overgang van muurvlak naar gewelf. De koorruimte achter de rondbogige triomfboog bezit een tongewelf en een kalot.
De vloer van het schip en het een trede hoger liggende koor is gedekt met licht- en donkergrijze hardstenen tegels.
Op oude, niet gedateerde foto's, aanwezig in het foto-archief van RDMZ is het interieur beschilderd met een lambris en daarboven een in staand verband ingedeeld steenpatroon op de pilasters en de muurvlakken tussen vensterbanken en kooflijst. In de vensterneggen en boven het lambris waren ornamentale decoraties aangebracht. Op de kooflijst in de absis stond in gotische letters de tekst: ‘Dit is de Woonplaats van God by de Menschen’ (afb. 178).
De ruimte van het zangkoor boven het torenportaal wordt verlicht door een breed gotisch venster en is gedekt met een stenen kruisribgewelf met
| |
| |
klokkering. De ruimte staat door middel van een brede spitsboogopening in verbinding met het schip, waarin de houten zangerstribune is uitgebouwd.
| |
Inventaris
Tot de kerkinventaris behoort een drietal altaren die, gezien hun neobarokke vormgeving, al tot het vroegste bezit van kort na 1850 lijken te behoren.
De schuin tegen de triomfboog geplaatste zijaltaren zijn toegewijd aan Maria (links) en Barbara (rechts). Blijkens een van de bovengenoemde oude foto's bezat de kerk ook nog een oude kansel, die thans niet meer aanwezig is. Tot de inventaris behoren voorts een biechtstoel en een serie beelden.
| |
Altaren
Hoogaltaar (afb. 180). Eikehout, donkerbruin gebeitst; neobarok, midden XIX. Op twee altaartreden geplaatste sarcofaagvormige tombe met gesneden acanthusblad op de hoeken en tegen de voorzijde een clipeus met twee harten, respectievelijk met vlam en roos.
Retabel bestaande uit een met snijwerk versierd stylobaat, waarin het tabernakel is opgenomen, met op het convex gebogen deurtje een afbeelding van een kelk met hostie in gedreven koper; daarboven een draaitabernakel als expositorium, met in gesloten toestand een gesneden beeltenis van Christus als de Goede Herder, staande met een lam op zijn schouders.
Rondom het draaitabernakel als omlijsting een rand van gesneden druiventrossen en aan weerszijden twee paar gesneden voluten, die een uit vier voluten bestaand paviljoen dragen, dat door een crucifix wordt bekroond. Aan weerszijden van het altaar op postamenten geplaatste beelden van op een wolk knielende engelen.
Zijaltaren (afb. 179). Hout, neobarok; XIX c.
Twee vrijwel identieke altaren met daarop geplaatst de beelden van Maria met het Kind en van Barbara (zie blz. 172). De altaren staan overhoeks tegen de triomfboog en de zijwanden van het schip. Houten sarcofaagvormige tombe (vergelijk hoogaltaar) waartegen een clipeus met de monogrammen S.M. (Sancta Maria) en S.B. (Sancta Barbara); retabel bestaande uit een door een schelp bekroonde nis, geflankeerd door met gesneden rozen versierde voluutpilasters, waarboven een kroonlijst, die boven de beeldnis overgaat in een kap met lambrequins; als bekroning een zwevende duif.
179 R.K. kerk. Het interieur, gezien naar het priesterkoor, opname 1987.
| |
| |
180 R.K. kerk. Hoogaltaar, opname 1987.
| |
Communiebank
Communiebank (afb. 180). Hout, donkerbruin gebeitst; neobarok; XIXc. Houten balustrade geplaatst op de concaaf naar het kerkschip toebuigende stenen trede van het priesterkoor, die tevens de knielbank vormt.
Geprofileerde onder- en bovenregel, waartussen slanke gedraaide balusters, aan weerszijden afgesloten door met druiventros-festoen versierde hoekpilasters; als middenmotief een door een parellijst omrand medaillon, waarin een barokke kelk met hostie en stralenkrans.
| |
Doopvont
Marmeren vont met koperen deksel; XIX c.
Vont met vierkant voetstuk, ronde balustervormige stam, waarop geprofileerd rond bekken. Het ronde, geprofileerde deksel is bekroond met bol en kruisje.
| |
Preekstoel
Op een foto van omstreeks 1935 (afb. 178) staat tegen de rechter zijmuur van het schip de thans niet meer aanwezige preekstoel met klankbord. Zeskante kuip op balustervoet met gesneden boven- en onderregel en getoogde panelen tussen vlakke gecanneleerde hoekpilasters. Rechte trap met gedraaide spijlen in de leuning. Klankbord met lambrequins en Geestesduif tegen de hemel.
| |
Biechtstoel
Biechtstoel, hout, gebeitst, XIX c.
Driedelig houten front met een boven de pilasters verkropte kroonlijst; rondbogige deuren omgeven door een eierlijst en engelenkopjes boven de middelste pilasters. Verwant model in de kerk van het Redemptoristenklooster in Wittem.
| |
Orgel
Instrument gebouwd in een tweedelige kast, geleverd door de Fa. Nöhren, 1877; neogotisch. Oksaal uit 1904.
| |
| |
Het instrument is gebouwd in een kast met een neogotisch front met gescheiden pijpentorens, die zijn bekroond door wimbergen met hogels en kruisbloemen en pinakels boven de stijlen. De torens zijn geplaatst aan weerszijden van de boogopening naar het zangkoor.
- Literatuur. Quaedvlied 1975, 16; idem 1982, 102.
| |
Banken
Kerkbanken, hout, ca. 1910; neogotisch.
Gesneden zijwangen met uitgespaarde tracering en kruisbloemvormige bekroning; voorfront met briefpanelen.
181 R.K. kerk. St. Barbara, gepolychromeerd houten beeld, toegeschreven aan Jan van Steffensweert, opname 1987.
| |
Beelden
Barbara (afb. 181), hoogte 112 cm.; hout, gepolychromeerd; omgeving Jan van Steffensweert, ca. 1525; polychromie XIX. Staande heilige in geplooid gewaad en mantel, hoofd gedekt met een tulbandachtige tooi, waaronder over de schouders vallend golvend haar. Op de linkerhand een gebedenboek. Rechts naast haar als attribuut de toren. Het beeld zou afkomstig zijn uit de voormalige Gasthuiskapel, toegewijd aan de H. Barbara.
Maria met Kind. Deels gepolychromeerd hout (kop en handen); neogotisch; XIXd. Alleen de kopjes en handen zijn gesneden, voor het overige één blok hout (afb. 179).
Moeder en Kind zijn bekleed met gewaden en voorzien van votiefzilver. Het beeld is in 1960 op het linker zijaltaar geplaatst, nadat het van de kerkzolder was gehaald.
In de kerk staat verder op consoles een aantal gepolychromeerde beelden: Odilia, hoogte 116 cm, gepolychromeerd gips; L.Nijs, Luik, gekocht in 1887 voor f 38,-. Odilia werd de tweede patrones van Scheulder.
Jozef met kind, hoogte 115 cm, gepolychromeerd gips; geleverd door L.Nijs, Luik, 1887.
Franciscus van Assisi, hoogte 115 cm.
Gerardus Majella, hoogte 115 cm, XIX d.
| |
Kruiswegstaties.
Serie van 14 staties, afmeting 71 × 51 cm; olieverf op paneel, door Gebr. Windhausen, Roermond, 1915-1916. Gevat in houten lijst met kruisje in uitgebogen bovenregel.
| |
Liturgisch vaatwerk
Cylindermonstrans, hoogte 54 cm, zilver, XVII, voet XIX. Geprofileerde voet met knorrenrand, peervormige nodus en cylinderglas met lunula, waaraan edelstenen hangen; aan weerszijden van de cylinder getordeerde zuiltjes waartussen beeldjes van Petrus en een heilige abdis (Odilia?);
middenbekroning met paviljoen op zuiltjes waarin beeltenis van Maria met Kind in stralenkrans; voluutversieringen met engelenkopjes omkransen de hoofdopbouw. De monstrans is op 15 december 1982 ontvreemd.
Ciborie, hoogte 36 cm, verguld zilver (gestanst); in voetrand: TERMOTA, XIX c.
Zeslobbige voet, met geprofileerde rand, op welving voet rankwerk; nodus met engelenkopjes in driepas; tegencuppa met bladwerk. Op de deksel zes ribben waartussen bladwerk, bolletje en kruisje.
Ciborie, hoogte 30 cm, verguld zilver; merken: gekroonde V (= vreemd werk 1853-1906).
Zeslobbige voet met Lam Gods - Pelikaan - Lijdenswerktuigen, voorts druivenranken. Op cuppa gegraveerd: ‘Ecce panis angelorum factus cibus viatorum’.
Kelk, hoogte 23 cm, zilver met vergulde cuppa; merken: op voetrand V in gekroond schild (= vreemd werk 1813-1893); 1874, neogotisch.
Op medaillon op de voet: Christus aan het kruis, Maria in stralenkrans en de vier evangelistensymbolen. Nodus met op de knoppen de letters ‘IHESVS’; tegencuppa met gestyleerde bladmotieven.
| |
| |
Ampul, hoogte 12 cm, zilver; merken op deksel: Januskop + 2 (= 2de gehalteteken voor België 1830-1868), Minervakop (= waarborgteken voor België 1830-1868) op voetrand: meesterteken D waaronder sterretje (= meesterteken: G. Drion, Luik?). Slechts een ampul aanwezig.
Blad, afm. 26,7 × 17,5 cm, zilver, geen merken, XIX?
| |
Godslamp
Godslamp, hoogte 180 cm, geel koper, XIXd; neogotisch.
| |
Kroonluchter
Lichtkroon (afb. 179), koper; neogotisch, XIXd. Geëlectrificeerde twaalf-lichts kroon in twee vluchten; voluutvormige armen waaraan wingerdmotieven ontspruiten. De luchter hangt in het schip.
| |
Kandelaars
Twee kandelaars, hoogte 34,2 cm. geel koper, XVIIId-XIX a.
Kandelaar, hoogte 26,2 cm, licht rood koper, XIX b.
| |
Bedieningslantaarn, hoogte 37 cm, koper, XIX b.
Wijwatersbak
In muur naast de ingang gemetselde bak van rood en wit geaderd marmer, afmeting 14 × 20 cm, ingekrast: ‘1788’ en ‘PTA’.
| |
H. Hartbeeld
Aan de westzijde van de Dorpsstraat, hoek Scheuldersteeg staat een levensgroot H. Hartbeeld, uitgevoerd in Euville, een Franse kalksteen, op een bakstenen sokkel met daarop geschroefde hardstenen plaat met inscriptie: ‘Venite ad me omnes’, en ‘Aan zijne koning en verlosser. Het vrome volk van Scheulder’. Het beeld, dat eerder voor de pastorie naast de kerk stond, is hierheen verplaatst in 1969.
| |
Kerkhof
Het kerkhof, dat achter het koor van de R.K. kerk is gelegen, werd ingezegend op 23 mei 1871. Het bezit behoudens een enkel gietijzeren grafkruis geen monumenten van bijzondere betekenis.
| |
R.K. Pastorie
Aan de Dorpsstraat nr. 70 staat, rechts van de R.K. Kerk, voorafgegaan door een diepe tuin, de voormalige pastorie. Datering: gebouwd in 1871-1872; gerestaureerd in 1967. Woonhuis met verdieping en drie traveeën brede voorgevel, onder zadeldak met zijtopgevels. Het huis, van het type met middengang, is opgetrokken in baksteen met deuromlijsting in hardsteen en vensters met een in cementpleister uitgevoerde omlijsting. Ter hoogte van de zolderverdieping ruitvormige gevelversiering, waarvan een met luchtgat. Houten daklijst met klossen. Tot 1872 woonde de pastoor van Scheulder in het aan de overzijde van de straat gelegen gasthuis.
- Literatuur. Kusters 1982, 274-276.
| |
Boerderijen
De dorpsbebouwing van Scheulder strekt zich aan weerszijden van de Scheulderdorpsstraat uit over een lengte van circa een halve kilometer. Dat was in 1830 zo en is in wezen nu nog het geval, zij het dat er verdichting heeft
| |
| |
plaats gevonden. Daarnaast is er ook het bekende beeld van splitsing en van verschuiving van de bouwbestanden waar te nemen. Een vergelijking van het kadastraal minuutplan en het recent nette plan maakt dit duidelijk (afb. 173-174). De belangrijkste hoeves aan de noordzijde van de straat zijn nr. 95 en vooral nr. 99, een kapitale, bijna gesloten hoeve. Aan de zuidzijde van de straat verdienen de nrs. 54 en 56 aandacht. Nr. 60 is een voorbeeld van het gesloten type.
De nrs. 60 en 62 alsmede de nrs. 72 en 74 zijn goede voorbeelden van twee zelfstandig ontwikkelde bedrijven, die voortkomen uit een gesplitste hoeve. Er is nog meer oude bouwsubstantie aanwezig, o.a. in nr. 61 met mergelstenen zijgevel, nr. 67 in mergel opgetrokken huis met bakstenen topgevels en nr. 77, oorspronkelijk een haakvormig complex, waarvan alleen het mergelstenen woongedeelte over is.
Nr. 101 is eveneens geheel gerenoveerd, met behoud van het oorspronkelijke bouwvolume.
| |
Scheulderdorpsstraat nr. 95
Gesloten hoeve (afb. 182), gebouwd op C-vormig grondplan, aan de rechterzijde afgesloten door een muur. Hoeve grotendeels opgetrokken in mergel en gedeeltelijk gepleisterd met Portlandcement. Datering: XVIII B. Goed voorbeeld van een onafgebroken in bedrijf gebleven boerderij, waaraan successievelijk aanpassingen zijn uitgevoerd.
182 Scheulderdorpsstraat nr. 95, opname 1989.
Het onderkelderde woongedeelte met verdieping en zolder, links van de hof, staat haaks op de straat. Aan de straatkant sluit hierop een poortvleugel aan met korfbogige toegangspoort. Aan de achterzijde een grote, in fases gebouwde schuur, die aan de veldzijde met een wagenschop is uitgebreid.
| |
Scheulderdorpsstraat nr. 99
Kapitale boerderij (afb. 183-184), gelegen nabij de splitsing van Dorpsstraat en Scheuldersteeg. Woongedeelte en schuur staan evenwijdig aan elkaar, haaks ten opzichte van de weg, onderling verbonden door een poortvleugel; aan de achterzijde sluiten een voormalig bakhuis en een schuur, waartussen een doorgang naar het veld, de binnenhof af. Datering: jaartalstenen 1805 en 1806, woongedeelte waarschijnlijk ouder.
Woonhuis met twee kleine kelders, verdieping en zolder, grotendeels opgetrokken in baksteen met mergelstenen hoekblokken en dito afdekblokken met dekplaten op de puntgevel aan de straatzijde. In de topgevel met schoorsteenbekroning hardstenen vensteromlijstingen op begane grond en verdieping en lateiboogvensters op de zolderverdieping. De woon- en bedrijfsvleugel vertonen een regelmatige vakverdeling met balklagen en
| |
| |
binnenmuren. De oorspronkelijk lengte omvatte tien vakken, maar is in een later stadium door de aanbouw van een stal vergroot tot dertien vakken. De eigenlijke woning vertoont het gangbare schema van een vertrek aan weerszijden van de middengang. Onder de kamer aan de straatzijde ligt een kelder met tussen mergelstenen gordelbogen geslagen bakstenen troggewelfjes. In het achterhuis bevindt zich een tweede kelder met tongewelf en geheel van mergel, gelegen onder de balkvakken 8 t.e.m. 10.
Aan de courzijde omvat een hardstenen omlijsting de toegangsdeur. Op de sluitsteen van de deurlatei staan jaartal en initialen: ‘1805 / W.B. / B.V.’ De vensters aan de cour bezitten houten dorpels en gebogen bakstenen rollagen. De woning is in tweeën bewoond geweest.
De poortvleugel bestaat uit stallen en een overkapte doorrit rechts van het woongedeelte.
183 Scheulderdorpsstraat nr. 99, opname 1989.
De tweebeukige doorrijschuur met een lengte van zes balkvakken, is opgetrokken in baksteen en mergel met een puntgevel aan de straat en een schilddak aan de achterzijde. De linkerbeuk heeft korfbogige toegangspoorten, waarvan die in de mergelstenen achtergevel in de sluitsteen is gedateerd. De steen vertoont de inscriptie: ‘I H S / 1806’. De puntgevel aan de straat bezit eveneens mergelstenen blokken op de hoeken en langs de puntgevel. Opmerkelijk is de toepassing van mergelsteen op zolderhoogte in de lange schuurgevel aan de veldzijde. Aan de achterzijde wordt het complex afgesloten door een lage, tegen de schuur aansluitende stal en een tegen de woonhuisvleugel aangebouwd bakhuis, dat tot paardestal is verbouwd. Tegen beide bouwlichamen staan hekposten, die de doorgang naar het veld markeren.
- Afbeeldingen. Opmetingstekeningen van de bestaande toestand (twee bladen) en ontwerp voor verbouwing (twee bladen), schaal 1:100, door architectenbureau J.H.L. Theunissen, Brunssum, 1978, witdruk in coll. RDMZ.
Plattegrondtekening, schaal 1:100, door A. Warffemius, 1987, Coll. RDMZ (afb. 184).
| |
| |
184 Scheulderdorpsstraat nr. 99.
Plattegrond van de hoeve met doorsnede en aanzicht van de poortvleugel. Schaal 1:300. Opmetingstekening gebaseerd op gegevens van architectenbureau Ir. J.H.L. Theunissen, Brunssum (1972) en eigen waarneming door A. Warffemius, 1987.
| |
Scheulderdorpsstraat nr. 54
Boerderij, bestaande uit een haaks op de straat gerichte, oorspronkelijke woonvleugel met verdieping onder met pannen belegd zadeldak. Het onderkelderde voorste gedeelte, met mergelstenen puntgevel aan de straat, is over een lengte van drie balkvakken uitgevoerd in vakwerk waarop een bakstenen bedrijfsgedeelte aansluit.
Datering: XIX a, mergelgevel ca. 1890.
De mergelstenen gevel aan de straat is aan de onderzijde blind en bezit op de verdieping vensters boven een cordonlijst. De toegang is in het derde vak aan de rechter zijde. Tegen de oude vakwerkwoning, waarvan het dak ten behoeve van de verdieping is opgelicht, is aan de linker zijde in het eerste kwart van de
| |
| |
185 Scheulderdorpsstraat nr. 56, opname 1987.
186 Scheulderdorpsstraat nr. 60. Gesloten hoeve, opname 1987.
20ste eeuw een bescheiden nieuwe woning gebouwd met een drie traveeën brede voorgevel evenwijdig aan de straat
| |
Scheulderdorpsstraat nr. 56
Boerderij (afb. 185), L-vormig complex bestaande uit woon- en bedrijfsvleugel haaks op de straat gericht en een vrijstaande schuur rechts van het stalgedeelte. Datering: woning 1816, schuur 1868.
Woonhuis met verdieping, opgetrokken in mergel en aansluitend bedrijfsgedeelte in baksteen, samen onder met pannen belegd zadeldak. Lateiboogvensters in de straatgevel en twee oculi voor de zolderverdieping. Vensters van de woning met houten kozijnen en een deurpartij met hardstenen omlijsting en steentje met jaartal en initialen: ‘ABP/1816’. Personenpoortje rechts naast de straatgevel; bedrijfstoegang tussen mergelstenen hekposten.
Mergelstenen schuur met verdieping tussen zijtopgevels met vaasbekroning en in de sluitsteen van de schuurdeuren gedateerd: ‘1868 / M.S’.
| |
Scheulderdorpsstraat nr. 58
Boerderij (afb. 185, rechts), bestaande uit woonhuis met verdieping onder zadeldak met zijtopgevels, evenwijdig aan de straat. Geheel opgetrokken in mergel. Datering: midden XIX.
De deur- en vensteromlijstingen van de drie traveeën brede woning zijn door een wat vooruitspringende zetting in de mergelsteen geaccentueerd. Achter de woning sluit het lagere bedrijfsgedeelte aan als bij een T-boerderij. Rechts van de woning aan de straat een mergelstenen schuur zonder verdieping in het verlengde van de woning.
Goed voorbeeld van een boerderij met woonconcentratie gericht op de straat.
| |
Scheulderdorpsstraat nr. 60
Boerderij (afb. 186), gesloten hoeve, waarvan het woonhuis en de parallel daaraan liggende stal zijn gebouwd in mergel en baksteen; de hoeve is grotendeels wit gekalkt. Datering: 1800 volgens jaartalsteen.
Woongedeelte met kelder en verdieping rechts van de binnenplaats. Topgevel in mergel aan de straat, waarin hardstenen kozijnen. Boven de vensters steen met initialen en jaartal: ‘N.P 1800 / W.P I.P’. Tussen de vensters een nisje met madonnabeeldje. Aan de straat een lage poortvleugel met steen in de rondboog boven de doorrit, waarop de inscriptie: I IHS W / ... (verder onleesbaar). De aan de binnenplaats grenzende schuur is in vakwerk opgetrokken.
| |
Scheulderdorpsstraat nr. 62
Boerderij (afb. 187), opgetrokken in mergel op haakvormig grondplan, maar oorspronkelijk één geheel vormend met het rechts aangrenzende woongedeelte van nr. 64.
| |
| |
Datering: XVIII B.
Woonhuis links van de binnenplaats met zorgvuldig afgewerkte puntgevel met hardstenen vensteromlijstingen op de begane grond; mergelstenen cordonlijsten als horizontale geleding onder de vensters van de verdieping en de halfronde raampjes voor de zolder. De binnenhof is aan de straatzijde afgesloten door een poortmuur. Aan de achterzijde van de cour staat een schuur. Het woonhuis wordt links aan de straat belend door een lage aanbouw die is gerealiseerd nadat de oorspronkelijke hoeve is gesplitst in de huidige nrs. 62 en 64.
| |
Scheulderdorpsstraat nr. 64
Boerderij ‘De Wingerd’ (afb. 187), waarvan het woonhuis en de achter aan de hof gelegen schuur zijn gebouwd in mergel. Datering: XVIII B.
Het geheel onderkelderde woonhuis heeft oorspronkelijk deel uitgemaakt van een hoeve, die in ongedeelde staat ook de huidige woonvleugel van nr. 62 omvatte. De vormgeving van woning, schuur en poortmuur is opvallend door de zorgvuldige geveldetaillering.
187 Scheulderdorpsstraat nrs. 62 en 64. ‘De Wingerd’, detail vensteromlijsting, opname 1988.
Het woonhuis links van de cour is geheel in mergel opgetrokken, waarschijnlijk het resultaat van een grondige verbouwing, die plaats heeft gevonden na de splitsing van het complex. De gevel aan de straatzijde met hardstenen vensteromlijstingen is bijzonder verzorgd gedetailleerd. Opmerkelijk zijn ook de rondboogvensters met uitstekende impost en sluitstenen aan de courzijde, en de uitkragende daklijst die wordt voortgezet in de topgevel. Bijzonder is de zuilvormige schoorsteen met cannelures boven de afgewolfde geveltop, die in tegenstelling tot de rest van de bedaking van woonvleugel en schuren met leien is bedekt.
In de linker langsgevel is nog een dichtgezet venster te zien, dat oorspronkelijk uitkeek op de cour van nr. 62.
De schuur, rechts achter de woonvleugel, is pas tot stand gekomen na splitsing van de oorspronkelijke hoeve. Van de later vergrote schuur is een groot gedeelte in 1972 afgebroken. Aan de straat een mergelstenen sluitmuur met een grote ellipsbogige poort, waarachter een bijgebouw is opgetrokken.
| |
Scheulderdorpsstraat nr. 72
Boerderij (afb. 188) op haakvormige plattegrond, waarvan het dwars op de straat gerichte gedeelte heeft behoord bij een gesloten hoeve, gevormd door de nrs. 72 en 74.
| |
| |
188 Scheulderdorpsstraat nrs. 72 en 74. Overzicht, opname 1988.
De huidige woning is oorspronkelijk een bedrijfsgebouw van de hoeve geweest dat na splitsing is verhoogd en verbouwd tot zelfstandige hoeve, waartoe zij werd uitgebreid met een nieuwe schuur, haaks ten opzichte van de woonvleugel achter op de hof. De woonvleugel met verdieping en zolder bezit een in mergel opgetrokken topgevel aan de straat. Links daarvan sluit de poort aan met lage bakstenen bijgebouwen.
| |
Scheulderdorpsstraat nr. 74
Boerderij ‘De Trepkes’ (afb. 188) op haakvormige plattegrond, met het woonhuis dwars op de straat gericht, rechts van de cour, die wordt afgesloten met een poortmuur, waarin een klein korfbogig poortje en een grote ellipsbogige wagenpoort zijn opgenomen. Achter op de cour een tot woonhuis omgebouwde schuur. Datering: op de poort ‘1828’.
Oorspronkelijk hebben het woonhuis en de schuur een geheel gevormd met nr. 72, dat is afgesplitst.
Mergelstenen gevel met gecementeerde topgevel aan de straat. In de grote poortboog een steen met initialen en jaartal: ‘ANNO / 1828 / T × P / B (hart) I’. Rechts van het woongedeelte is een uitbreiding ontstaan, het huidige buurpand, dat overigens op zijn beurt als café weer een zelfstandig geheel is geworden. De aaneenschakeling van de diverse bouwlichamen levert een afwisselend en boeiend dorpsbeeld op. |
|