Stichtelijke gezangen, op nieuw gemaakte zangwijzen, in den besten Italiaanschen smaak. Deel 4(1787)–Rutger Schutte– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 94] [p. 94] Huwlijkszang. I. Komt, hemelsche zielen, Zoo ooit uw gemoed Die klanken bevielen; Valt Goël te voet: Den Bruîgom van 't harte, Die de eeuwige trouw, Door kruis en door smarte, Verzegelen wou. II. Wij spannen de snaaren, Om 't liefdeverbond, En 't goddelijk paaren; Daar 't heil uit ontstond, 't Geen de adder uit Eden Den giftigen kop Tot gruis heeft getreden, Te heffen in top. [pagina 95] [p. 95] III. O Bron aller dingen, O Goël! uw echt, Waar van we nu zingen, Is stevig en hegt, O tedere banden, Die hemel en aard', In de eeuwige handen, Standvastig bewaart. IV. Wij zien op uw liefde, Die U aan het hout Nog dieper doorgriefde Dan doornen of bout. Die daale op ons neder, Die stroome in ons hart! Die zalige ons weder, Die heele onze smart! V. Verhef ons van de aarde, Verbind ons aan God! Daar zienwe de waarde Van 't liefdegenot. [pagina 96] [p. 96] Doe de eeuwige goedheid Zoo smaken en zien, Dat we eindige zoetheid Verzaaken en vliên! VI. Geef dit te beschouwen Aan 't zedige paar, Dat ze altoos vertrouwen Bij 't godlijk altaar: Laat zuivere vlammen, Hun liefdevuur voên; Voor 's Vaders vergrammen Hun harten behoên. VII. Zoo zult Gij hen trekken Tot de eeuwige min, In 't harte verwekken Immanuëls zin: En maaken hun jaaren, Tot vleugels naar 't zwerk; Hun sponden altaaren; Hun wooning een kerk. [pagina 97] [p. 97] VIII. Vaag nevels en dampen, Van tempel en huis: Bewaar hen voor rampen, Of heilig uw kruis. Ai zegen 't vereenen, Met deugdelijk kroost, Dat vroeg zich wil speenen Van ijdelen toost. IX. Doe zaligheid hooren! Dat deze, dat die, In Sion gebooren, De waereld ontvliê. Geen dood zal verhind'ren Dit juichen na 't graf: Zie ons en de kind'ren Die jesus ons gaf. Vorige Volgende