Stichtelijke gezangen, op nieuw gemaakte zangwijzen, in den besten Italiaanschen smaak. Deel 4(1787)–Rutger Schutte– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina XXII] [p. XXII] Op de uitgave der nagelaten gedichten van den weleerw. zeer geleerde en godzalige heer Rutger Schutte. Al lang genoeg hebt gij, Godlievend Sioniet, Bij 't graf van uwen Schutte in treurigheid gezeten, Ontfang deez' nieuwen schat, dien hij ons achterliet, Hervat het snarenspel, door druk bijna vergeten. Hef aan met nieuwen lust, vereenig u met hem, Die thans het lied des Lams volmaakt weet aan te heffen, Daar hij de zaligheên van 't nieuw Jerusalem Vervangt, in toonen, die verhemelde ooren treffen. 't Was hier op aarde reeds zijn grootste zielevreugd, Messias als zijn Vorst en Heer, de bron van 't leven, [pagina XXIII] [p. XXIII] De wierookgeuren van de blankste kristendeugd, Met reine handen, op 't gewijd altaar te geven, Hoe ijvrig was zijn lust, zijn onvermoeide vlijt, Om Neêrlands jeugd den zang der ijdelheên t'ontwennen, Zijn vlugge en schrandre pen, zijn lier aan God gewijd, Doen eeuwig aan de kerk, haar dierbren Schutte kennen. Hoe zal zijn geest, die thans het opgehelderd licht Der eeuwigheid bewoont, Gods hooge gunst verbreien; Brengt hem een hemelboô dit heuchelijk bericht: ‘Het Neêrlandsch kristendom heft aan in blijde reiën, Men zingt met beurtmuzijk, en speelt, tot Jesus lof, Het Godverëerend schoon van uwe kunstgezangen. Hoe gretig word op nieuw de Godgewijde stof Der nagelaten rol bij 't kristenvolk ontfangen!’ DIDERIKA ELIZABETH VAN ROMOND. Vorige Volgende