Stichtelijke gezangen, in verscheidene gelegenheden gedicht, en met aanmerkingen, tot verstand van eenige stukken uit de H. Schrift, verrijkt. Deel 2(1764)–Rutger Schutte– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 240] [p. 240] Tempelzang. Hoe lief-lijk is dit Gods-pa-leis, 'k Mag d' aardsche zorg door dee- ze reis, O Hei- ërschaaren God, ont- wij - ken. Mijn Ziel begeert geen ij - del - heên, Maar wil naar's HEEREN voor-hof treên, 'k Voel van verlan- gen haar be - zwij - ken. Mijn hart en mond aan God gekleefd. Roept om dien God die eeu- wig leeft. Vorige Volgende