Voorjaar(1922)–Jacques Schreurs– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 71] [p. 71] Aan mijne moeder Maria. Gij zijt zoo stil, gij zijt zoo goed. Ik weet niet hoe 'k dat zeggen moet, Want alles wat gij deedt en doet, Is o, zoo stil en o, zoo goed, Maria. Gij zijt zoo blij, gij zijt zoo vroom. Gij zijt zoo heel een hemel-droom - En uwe lach en uwe schroom Is o, zoo blij en o, zoo vroom, Maria. Gij zijt heel rein, gij zijt heel schoon: O Maagd, met uwe sterrenkroon, O Moeder met uw kleinen zoon - Gij zijt heel rein, gij zijt heel schoon, Maria. [pagina 72] [p. 72] Ik weet niet waar ik woorden vind, En hoe het mooiste lied begint - En schrei maar als uw zalig kind, Dat weet niet waar het woorden vindt, - Maria. Mijn ziel stroomt stil vol eeuwigheid, Mijn oogen stil vol helderheid, Omdat ik niets meer zie dan U, Omdat ik niets meer weet dan U - Maria. Vorige Volgende