Voorjaar(1922)–Jacques Schreurs– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 50] [p. 50] Nog een De hemel was een stondeke Heel teer, heel blauw en klaar De maan stond op een rondeke, Daar blafte nog een hondeke Heel ver... ik weet niet waar. Als vrome goede vrouwekes Staan al die huiskes daar, Met kapjes o zoo blauwekes, Met pluimtjes op de schouwekes Die weten niet naar waar... Daar hangt wat witte wierookdoom Te drijven in de lucht En 'k hoor den vromen windedroom In 't ruischen van den lindeboom: Een lief en vreemd gerucht. De bladertjes die fluisteren En fluiten zoet en teer, - De wegen gaan door 't duiter en Daarboven stil te luisteren Staat onze Lieve Heer. Vorige Volgende