Voorjaar(1922)–Jacques Schreurs– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 48] [p. 48] Een liedeke voor zusje Het regent, het zegent. De pannen worden nat, Dat doen de bonte wolken Die worden nu gemolken In 't volle regenvat. Het regent, het zegent. O! wat een leuk geruisch! De menschen op de wegen Die zeggen, ‘wat een regen’ En loopen hard naar huis. Het regent in de boomen Die krijgen ook hun part, Die schudden al hun blaren En jammeren: ‘beware!’ ‘Toe regen niet zoo hard.’ Het regent op de straten. De bloemen schreien: ‘neen! Dat moet die regen laten, Die regen kan ik haten, Dat vinden wij gemeen!’ [pagina 49] [p. 49] Het regent, het zegent. De vogel op zijn nest Die heeft een dak van loover En denkt: ‘Dat gaat wel over, Ik vind den regen best!’ Het regent, het zegent. Straks komt weer zonneschijn! En heel de mooie wereld Zoo leuk en lief bepereld, Zal nog veel mooier zijn. Vorige Volgende