Voorjaar(1922)–Jacques Schreurs– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] Een muisstil middaguurtje. Ik hoorde en zag op zeek'ren keer.... Het waren allen min of meer Maar alledaagsche dingen: Hoog op een wolkje, een ietsje wat Den hemel ingeblazen, zat Een vogeltje te zingen. In 't lommer van een pruimeboom Lag op een spiertje lui en loom Een kalme koe te kouwen; Doch ginds - dat stond me beter aan - Kwam een wit huisje in 't loover staan... Echt iets om van te hou'en. Daar binnen ging zoo'n tikketak, Die deed het héél op zijn gemak, En 'k telde een tiental tikken,... Poes veegde 't vloertje met haar staart En.... zat daar zoet en zeer bedaard Maar aan de melk te likken. [pagina 23] [p. 23] Een potje stond op zijnen kop Van porcelein te glinst'ren op Den rand van een oud putje - De meid had eieren geraapt En zeide zoetjes: ‘moeder slaapt En vader doet een dutje.’ Daar liep ook nog een kip die keek, Daar liep ook nog een kleine beek Langs een vervallen muurtje; Precies iets voor een schilderij.... O! - wat was dat een zonneblij, Een muisstil middag-uurtje. Vorige Volgende