Sterren en dauw(1935)–Jacques Schreurs– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 90] [p. 90] Dageraad Hoor! een gouden geluid in de morgen en een blank signaal! - Magdalene ging voorbij in de geur en Simon Petrus loopt dwars door het koren met fladd'rend gewaad... Er is iets groots op de aarde gebeurd. Alleluia! Ik groet de dageraad! Over de wereld is hij gekomen, over de velden die wijd en groen zijn over de weiden die wit zijn van dauw en veelsoortig gebloemte. In mijn oogen is hij en op mijn handen, mijn lippen drinken hem die zeer klaar en kuisch is en reinigend en weldadig als frissche genieting. Ik groet de dageraad die zoo rein is die zoo gansch schoon is, zonder vlek of fout; die mij blij maakt, stil blij maakt, die mij zóó blij maakt, dat ik wel dansen kan zóó vroom maakt, dat ik bidden moet! O, hoe groet ik hem die mij zoo hoog verheugt dat ik lachen moet. --- en alles wat is heel diep beminnen! [pagina 91] [p. 91] Ik loof de dageraad die de bloemen tooit, voedt en verzorgt - die haar kleuren en geuren geeft en dauw om te drinken en licht! Alles aan hem is wonder, is weldaad - en als een weldaad aanvaard ik hem en groet en zegen hem! Ik zegen hem, die de vogelen wekt: want hun lied is mij lief en eene verheugenis altoos het spel hunner wieken, als zij spelend daarboven, half zilver half goud, zwenkende, zwevende dalen en stijgen... allen schepseltjes van Hem, wiens schepsel ik ben en dien ik groet in de dageraad en in mijn broeder, de vogel. Vorige Volgende