Sterren en dauw(1935)–Jacques Schreurs– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 89] [p. 89] Lied na zonsondergang Lichtverloren in een schemerig begin: Huis, hof en toren; Niemand gaat meer uit of in; - De lucht is zoet van rijpend koren - Zoeter van het Heilig Sacrament. Ik tel de sterren aan het firmament En weet haar verre zin. Op elke woning blinkt 'n gouden kruis, Wierook kronkelt uit alle ramen; Kinderen en Engelen: handen samen Oogen diep en kuisch... En de benedictie van zoete namen; Uit alle kameren devoot geruisch. En aan de gevel, in de open lucht, Volgt wel een enkel mensch met geestelijk genucht Een late duivenvlucht En denkt aan God zoo goed hij kan; Of luistert naar de woorden van Sint Jan En ziet dan later boven 't koren De kale schedel van die kinderlijke Man Zacht in een gouden nimbus gloren. Vorige Volgende