Nis en nimbus(1933)–Jacques Schreurs– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 62] [p. 62] Processie naar Wittem. voor St. Gerardus Majella. Als kroenekranen en als kraaien Trekken wij onverstoord Waarheen muziek en vanen waaien: Naar uw genadeoord; Wij trekken voort door klei en regen, Want wij zijn slijk en stof, Het kart wijd-open naar uw zegen. De mond vol van uw lof; Wij gaan met pijn aan onze voeten En met een lastig pak, - Wij moeten onze zonden boeten, - Een boterham op zak; Wij willen ginder, U ter eere, Geduldig in een lange rei, Gaan biechten en communiceeren; Dat valt thuis zoo niet bij! Daar gaan wij in den vloed verloren Als klanken in een lied, Gij zult elk droei hart zuchten hooren En ieder klagend riet. De relikwie gaat langs ons henen, Wij dringen en wij staan Elkaar vrijmoedig op de teenen: Geen wil bij U vandaan. En als wij straks elkaar hervinden In 't bruin-berookt estaminet Waar voor twee stuivers vrouw Verlinden Ons een bak koffie zet, - [pagina 63] [p. 63] Zal tusschen koffie en likeuren, Onder het laag plafond, Uw naam als zoete wierook geuren En gaan van mond tot mond. De een voelt genezing van lijfskwalen En d'ander van zijn smart En die geen gunst weet te verhalen Bewaart ze in zijn hart..... Weer volgen wij muziek en vanen En trekken zingend voort, Als kraaien en als kroenekranen, Door Limburgs dierbaar oord. Vorige Volgende