Het lied van den sluier(1940)–Jacques Schreurs– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Het lied der bruid ‘Wat schrijft gij,’ vraagt zij, ‘allerhand?’ Hij zegt: ‘Ik weet het niet, Want God alleen schrijft met mijn hand In zand en stof zìjn lied; Hij leidt zijn bruid aan eenen tak, Zijn lastdier aan een touw, Doch beiden houdt hij even strak, Want maatloos is zijn trouw -’ Zij vraagt: ‘Hebt gij mij niet verwacht? Ik heb u zeer verbeid...’ Hij beurt zijn bruin gelaat en lacht: ‘Ik heb om u geschreid,’ En gaat verzwolgen in het graan... Waarheen? Zij weet het niet, Doch blijft voor God verslagen staan: In vleesch en bloed, een lied. [pagina 31] [p. 31] Zij leest het schrift in stof en asch; Wie weet wat God beduidt? Doch wind en tijd verwaait het ras, Eén voetstap veegt het uit; En in een drift van wrok en leed Scheurt zij, met één gebaar, De bloemen van haar bruiloftskleed, Den sluier uit heur haar. Vorige Volgende