zo geschiedde het dat de broeder diezelfde dag nog, van Pontius naar Pilatus gezonden, in al zijn simpelheid voor de Pauselijke Stoel kwam te staan. Nu trof Godefridus het bizonder gelukkig dat Honorius zelf een heilige was en een Paus die korte metten maakte. Ik wist niet, sprak Honorius, dat het, zelfs onder christenen, een misdaad kon zijn naar de hemel te verlangen; maar ik weet wat ik doen zal!
Dat pausen soms vermetel zijn, weet iedereen; en dat men bij heilige pausen omwentelingen kan verwachten, zal niemand ontkennen. Grotere ogen dan die de kardinalen zetten, zijn dan ook niet denkbaar dan toen Honorius, kort daarop en recht tegen een door vele eeuwen geheiligde traditie in, Godefridus heilig verklaarde en hem, bij zijn leven nog, tot de eer der altaren verhief.
Neen, de wereld geraakte er niet door uit haar voegen; maar ziet toch wat er plotseling geschiedde! Met welk een heilige haast de medebroeders van Godefridus, de geletterden voorop, zich terug naar hun klooster spoedden en met welk een reikhalzend verlangen zij er hem verbeidden! Ik zal de jubel niet beschrijven, noch de liederen, noch de klokken welke Godefridus verwelkomden, die, ootmoedig op een ezel reizend, en met blijdschap in het hart de tinnen van zijn thuis begroetend, tenslotte niet minder dan zijn intocht in Jeruzalem beleefde. Ook een heilige moet soms een verre omweg maken om te worden die hij is. Dat sommigen zich daarmee troosten!