Kleine liederen van dood en leven(1938)–Jacques Schreurs– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 76] [p. 76] [Zijn aangezicht werd duister en als gras] Zijn aangezicht werd duister en als gras Waarin zijn oogen als twee scherven lagen, Met al den waanzin van gebroken glas Waar werelden en sterren in vervagen; Een laatste, bitt're kramp nog en wij zagen: Dat dit die andere geboorte was Waarvan wij zelf de vreemde weeën dragen. Vorige Volgende