| |
| |
| |
Zesde tafereel.
de oproerlingen leggen de slachtoffers van den opstand aan de voeten van den Dood - vullen verward het eerste speelplan. De kruistochters nemen rustig hun plaatsen in rond het Kruis en vullen het tweede speelplan.
Tot voor uw voeten, Dood, terug geslagen
Is nu geen uitkomst meer! -
Het is een droeve zege die we' aandragen, -
Een diepe schuilplaats, die wij vragen in ùw land!
Aanschouwt den Mensch! - wat hebt gij Hèm te vragen?
En een schuilplaats in zijn hand...
De wereld wordt door vuur niet overwonnen!
De wereldzaal uit bloed niet opgebouwd!
Alleen de liefde van de Zon der zonnen
Verwint de wereld! Uit haar bloed is elk behoud!
Wij willen van dien Menschen-Zoon niets weten!
| |
| |
Wij willen vrede... of wij willen eten -
En in de maatschappij een plaats - een stand!
De vrede en het brood en elke bete -
En alle leven, broers, is in zijn Hand...
Wij willen méér van dezen Koning weten!
Hoe komt gij, mannen, zoo op Hem gebeten?
Wij willen mèt het Leven: - land!!
Zult gij den smaad, ons aangedaan, vergeten: -
Ons aangedaan door zijn naam en geweld? -
Als in zijn Naam weer alles wordt hersteld:
Uit macht van liefde, die geweld mag heeten...?
Wat zegt gij van den Held?
Dat wij uit Hem de rechte bouwstof houwen
En alle ertsen delven en metaal
Om naar getal en maat de wereldzaal te bouwen
En in die wereld plaats voor allemaal
Niet kwaad! niet kwaad! - als gij u niet vergiste:
Wat hebt ge' in twintig eeuwen wel volbracht...?
| |
| |
Omdat wij twintig eeuwen, broers, uw werkkracht misten,
En twintig eeuwen, broers, op u hebben gewacht!
Dit is het uur - en daar is geen ontkomen! -
Om hand in hand en kracht aan kracht te staan,
Om, eindelijk ontbonden van uw droomen,
De handen aan het groote werk te slaan!
Mannen, sluit aan: een kans is licht te wagen!
Wij? - buigen voor het Leven, dat ons heeft verslagen...?
Wat bukt gij voor den Dood, die u verslaat?!
Wij? - knielen voor een kruis en God behagen...?
Wat kruipt gij dan om vrede, die niet baat?!
Broers! wij zien land! Broers! wij zien dageraad!
Een handvol volk: voor welk een strijd en welk een taak!?
Een sterke macht heeft Gideon verslagen!
Ook ôns ter zijde zullen Heiligen ontwaken
En voor ons uit: in wapenen van licht!
De Heiligen slapen, zwijgen en verzaken! -
Met oogen, als de eeuwen, diep en dicht...
| |
| |
Met oogen, die het Vuur der Godheid dronken
En niets dan vuur en vonken zijn en licht!
Zij liggen eeuwen onder ons verzonken...
Zij worden aan ons roepen ôpgericht!
Servaas van Tongeren die slaapt in Tricht,
Met alle jongeren die naast Hem nederstreken
Om hemelvoedsel in de wereldwei!
Zijn oogen zijn van steen! -
Als steenen bloesems uit een steenen Mei!
Zijn lippen zijn versteend!
En luider dan vóór 1500 jaar:
Dat er geen vrede is dan in dàt Teeken,
Dat er geen redding voor de wereld is dan - dààr!
Wanneer de Heiligen ontwaken - zal ik zien!
Wanneer de Heiligen ontwaken - zal ik hooren!
En als ze ontwaken zullen wij... misschien
Gebroken worden en uit nood geboren! -
Want wij zijn steenen en ons hart versteend
En als Servaas en niet zijn dor gebeent'
Ons door een groote glorie zou verbrijzen,
Zullen, vermorzeld, we' uit ons puin verrijzen -
Als menschen weer van vleesch en bloed - in 't Licht!
't Gaat steen om steen: een hard, steenen gericht.
| |
| |
Voorwaar! Voorwaar! nu gaàn de steenen spreken!
Voorwaar! Voorwaar! nu môet de Dag aanbreken!
Servaas wij roepen u die waakt in Tricht!
De Goedheid van den Vader lijdt geweld,
De Godheid van den Zoon wordt weer misprezen,
De vrede in den Geest moet weer hersteld! -
Hij slaapt dieper dan zij vreezen -
Servaas van Tricht! - wij komen in den nood
Der tijden naar uw huis om Brood!
Vader, wij komen bidden om den vrede,
Waarvoor gij in de wereld hebt gestreden!
Heilige, wij roepen U: uit u zijn wij geboren;
Roept! Roept nôg luider, want gij roept niet goed.
Strijder, verhoor ons! nu de wereld brandt!
| |
| |
Belijder, hoor ons! nu het Godsrijk bloedt!
In naam des Vaders - hef, Servaas, de hand!
In naam des Zoons - het uur is nu gekomen!
In naam des Geestes - vader! op ten strijd...
Het huis blijft dicht! - stil als de eeuwigheid!
In naam van Haar, die ons als Zeestar leidt!
In naam van Pius! - Paus in Rome!
Geèn antwoord! niet èen stem! niet één, niet één:
Het huis blijft stom en Sint Servaas een steen!!
Servaas ontwaakt! Servaas ontwaakt in Tricht!!
Aanschouwt! Aanschouwt!...
De vensters worden licht!
De Heilige is lichtend opgerezen...
En aarde en hemel weerlicht van zijn wezen...
Wanneer de beenderen der Heiligen bloeien gaan
Breekt voor de wereld weer een nieuwe lente aan!
De Heiligen zijn ontwaakt! God zij geprezen!!
|
|