De bloeiende wijnstok(1924)–Jacques Schreurs– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 77] [p. 77] Voor het Allerheiligste Fijne belofte van dat groot gemoed: Jezus: Vleesch en Bloed; In de avond van Uw lijden: testament, Wonder van liefde door de tijden, O Heilig Sacrament! O God, o God, die mij verstaat: Zachtmoedig Lam, dat niet meer blaat, Geduldige tarwe, die U malen laat Door onze tanden. Witte Bloemen in zóó vuile handen, Licht, dat in duisternis ondergaat. Kracht, die in zwakheid verborgen staat - God, God, die mijn zonden haat; Onverteerbre Vreugde van Gods kinderen! [pagina 78] [p. 78] O! Gij, die een krank hart dulden leert, Die Judas' kus niet weert; - Die zegenend, niet gezegend wordt, Die Blijdschap niet geboodschapt wordt. Die wacht en niet geantwoord wordt, O Hart, dat niet beluisterd wordt... Jesus: Zoete Memorie! Schoonheid in eenvoud, allerhoogste: In ootmoed: glorie! Witheid van leliën, geur van rozen Zaad van kathedralen; Vuur, vuur van Thomas, Vlam van Vader Vondel: zijn zoet genadebrood! Fijnheid van Thijm en wierook na zijn dood Uit alle ramen van zijn huis. Brood, maak ons sterk en kuisch; Voedsel der Leeuwen en der adelaars, Geef Onze harten 't bloed van Uwe martelaars En breng dit oud geslacht van tollenaars Een nieuwe lente! Vorige Volgende