ziel is heb ik voor het gemak maar aangenomen dat zij een speciaal soort celvocht is die op een speciale manier een emotionele en verstandelijke boodschappendienst regelt.
Wat ben ik blij dat ik dit gezegd heb. Wat heb ik gegeten? Ik zei: dit celvocht regelt op een of andere manier zien, denken, voelen, horen, praten, lachen, lijden en nog enkele functies meer. Wees gerust: dit is maar een beeld. Alles wat men over de ziel zegt is een beeld wat zij van zich zelf geschapen heeft.
Er is veel ziel in de straat waar ik woon. Min of meer alles wordt erdoor geregeld. De winkel met de plastic grafbloemen verkiest het eeuwige bloemenleven boven het sterven. De kerk waaraan honderden mensen honderden jaren honderd meter hoog bouwden trekt van allerlei devote, geslagen, bedroefde, verheven en zondige zielen aan. Men zegt dat het celvocht hierdoor gelouterd wordt, maar het zijn bijzondere zielen die dat zeggen. Hoe dan ook, de kerk is in deze straat niet uit de ziel te slaan. Dat is niet een kwestie van geloof, maar van aanwezigheid. Zo ook het naaktemeisjestijdschriftenwinkeltje waarnaast een veel onanerende banketbakker woont. En niet te vergeten de twee maal per dag hoererende dochter van de melkboer. Zoals gezegd: men tolereert hier alles, behalve moord, hoewel een vermoord persoon de meest tolerante figuur is die bestaat.
De 1511 ogen van mijn straat leiden een druk bestaan in het licht. Zij consumeren miljarden nuanceringen en vormen een constante beeldenstroom, waaruit de meest geliefde beelden worden geselecteerd. Vooral de handelaars maken hier gebruik van en dringen deze ogen tekens en symbolen op die bijna onvergetelijk worden omdat men ze elke dag terugziet. De 1511 ogen laten zich echter ook vullen met andere ogen, benen, billen, lippen, tanden, stenen, glas, plastic, kranten, auto's enzv. En als de 576 bewoners