Joris Ivens was een doorgewinterd communist, een partijman; ik geloof niet dat iemand daaraan nog kan twijfelen na lezing van dit boek. Mag hij nu geen ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw meer heten? Ik geef er de voorkeur aan te veronderstellen dat hij zijn lintje gekregen heeft vanwege zijn betekenis als filmmaker. De meeste van zijn films uit de jaren twintig en dertig zijn en blijven mijlpalen in de geschiedenis van de documentaire, in Nederland en daarbuiten. Met zijn vormstudies, maar ook met zijn politieke films uit die periode was hij een pionier van de cinema. De recente restauratie van zijn oudere werk door het Nederlands Filmmuseum heeft dit eens te meer onderstreept. The Spanish Earth bleek na de verwijdering van een vrijwel alles verbergende grauwsluier een nieuwe visuele kracht te bezitten. Na de tweede wereldoorlog maakte Ivens in filmisch opzicht niet zulk opzienbarend werk meer, al bleef het altijd vakkundig en soms spectaculair, zoals 17e parallèle, opgenomen toen hij negenenzestig was, midden in de gevechtszone in Vietnam. En door zijn enthousiasme voor het filmmedium bleef hij steeds een inspiratiebron voor velen.
Tijdens mijn onderzoek werd ik tussen alle historische gebeurtenissen, hoogte- en dieptepunten in Ivens' filmwerk en de turbulenties in zijn privé-leven, misschien nog het meest getroffen door een anekdote die Jan de Vaal, voormalig directeur van het Filmmuseum, mij vertelde. Het was begin jaren zestig en Ivens kwam na vele jaren in het buitenland voor het eerst kijken naar de films die het museum in Amsterdam van hem had verzameld. Regen werd gedraaid, door hem gemaakt in 1929. Toen het zaallicht aanging, zei hij: ‘Het hondje zit er niet in.’ Het ging om een shot van een paar seconden, misschien nog minder, zonder enige bijzondere betekenis. Het was zomaar een hondje dat door het beeld liep. Ik hoorde er de liefde en toewijding in waarmee Ivens het filmvak uitoefende.
Het wordt tijd deze vereerde en verguisde, maar in ieder geval bijzondere figuur eens wat afstandelijker te bezien, en het is dan ook mijn streven geweest Ivens in de hierna komende pagina's met dit uitgangspunt te volgen op zijn weg over de toppen en door de dalen van de twintigste eeuw.
Diegenen die hebben bijgedragen aan de totstandkoming van dit boek, worden vermeld in het dankwoord achterin.
Amsterdam, 2 november 1995