niet de paria's van Europa. Dit spel van betekenisgeving floreert dankzij dubbelzinnigheden, verbroken beloften en slechte gewetens in de Turks-Europese betrekkingen. De aardbeving fungeert als katalysator, maar de verhoudingen zijn verre van helder. Turken noch Europeanen weten waar Turkije bij hoort. Turkije zit al zo lang in de eu-wachtkamer, dat het naar een andere behuizing begint om te zien. Zij en wij tobben over de grenzen van een traditionele - christelijke, islamitische? - lotsgemeenschap en de toekomst van de Turkse immigrantengemeenschappen in Europa.
De Nederlandse reacties wijzen ook op ongemak. De ramp in Turkije is aangegrepen om gevoelens van medeleven, sympathie en solidariteit te etaleren. Op alle mogelijke manieren is benadrukt dat ‘Turkse mensen’ - gewoon ‘Turken’ klinkt discriminerend in onze al het ‘etnische’ betreffende hypergevoelige oren - er echt bij horen. Alsof er iets goedgemaakt moet worden. Gij bent een van ons, klonk het de week na de beving in vele toonaarden. Dagenlang was het dominante thema in de berichtgeving: hebben we wel snel genoeg voldoende medegevoel getoond, heeft Amsterdam dit eerder en beter gedaan dan - foei! - Den Haag, erkent Nederland wel royaal het lijden en de medemenselijkheid van de Turken?
Daarover kan geen twijfel meer bestaan. Hulporganisaties trokken speciaal naar het rampgebied om ‘Turkse Nederlanders’ uit het puin te halen en te ‘repatriëren’. Maartje van Weegen en Jeroen Pauw leidden de nationale collecte. Staatssecretaris Job Cohen van Justitie, helaas telkens weer bereid met ‘gebaren’ zijn eigen vreemdelingenbeleid te bezwaren, gaf nog net geen ticket maar wel dispensatie aan witte illegalen. Premier Wim Kok sprak gevoelige woorden, had het over Nederlandse Turken en Turkse Nederlanders (‘wat doet het ertoe’) en gewaagde plotseling van een speciale verantwoordelijkheid van ons land voor Turkije. De man die met veel overtuiging minister van Buitenlandse Zaken spéélt, Jozias van Aartsen, reisde naar Turkije om zijn confrère aldaar even voor de voeten te lopen met betuigingen van medeleven. En op de radio verzekerde minister Roger van Boxtel (Grote