De taboeïsering van de immigratieproblematiek beschermde in effect de politieke elite tegen tegendraadse opvattingen en maakte de keuze- en kanslozen stemloos. De vrijheid van meningsuiting, hoeksteen van de democratie, bleek er alleen voor gestudeerde lieden te zijn, de ervaringen en bevindingen van ‘gewone mensen’ telden niet. Het politiek systeem faalde, door inadequate werkelijkheidsbeschrijving en non-representatie van groepen burgers. Extreem-rechts komt, jawel, de verdienste toe het systeem hardnekkig op dit falen te hebben aangevallen. Zij deed dat met lelijke retoriek en provocaties, zich echter meer tegen de autoriteiten kantend dan tegen ‘buitenlanders’. Bovenal maakten deze Gideonsbenden gebruik van het recht te zeggen wat je vindt. Zij benutten de vrijheid van meningsuiting en het recht van vergadering en vereniging. Zij dienden zich daarbij aan als ‘het volk’, een in Nederland weliswaar door de heersers schielijk afgeschafte politieke categorie, maar wel het theoretisch fundament onder de democratie. Zonder volk geen volkssoevereiniteit, geen democratie.
Een democratisch politiek systeem moet telkens weer bepalen wie tot de politieke gemeenschap, voorheen ‘volk’, behoren en wie niet, juist omdat niemand, zelfs extreem-rechts niet, nog van een ‘natuurlijk’ volk uitgaat. Wie wel of niet tot de Nederlandse politieke gemeenschap behoort, is een kwestie van afspraak. Artikel 2.1 van de grondwet: ‘De wet regelt wie Nederlander is.’ 2.2: ‘De wet regelt de toelating en uitzetting van vreemdelingen.’ Omdat de grondwet thans praktisch is gereduceerd tot artikel 1, het non-discriminatie-artikel, is het nuttig ook eens op artikel 2 te wijzen. Precies over de (organieke) wetten en regels betreffende het Nederlanderschap ging en gaat het door extreem-rechts lomp geagendeerde debat. Maar met die discussie zelf is niks mis. Het is zelfs de plicht van een democratie die te voeren. Alleen, de politieke elite wilde er niet aan. Zo ging kostbare tijd verloren terwijl de problemen woekerden. De huidige asielperikelen illustreren eens te meer hoe schadelijk plichtsverzaking in dezen is.
De les van de afgelopen jaren moet zijn: maak opponenten niet justitieel monddood, maar voer onverveerd het debat, zelfs met